Vonderportret
Op deze plek maken we kennis met bijzonder gewone wijkbewoners, die we vragen naar wat zij doen in het Vonderkwartier.
Met haar elektrische handbike is ze al een opvallende verschijning in de buurt, maar nu ze bijna met pensioen is gaat de wijk misschien nog wel meer van haar zien. Voordat ze ruim 35 jaar geleden in het Vonderkwartier belandde had Paula al de nodige omzwervingen (en woongroepen!) achter de rug.
Wie ben je?
“Ik ben Paula de Ruiter (66). Ik ben geboren in Tilburg en heb lang in Goirle gewoond. Toen ik ging studeren aan de Sociale Academie in ’76, ben ik naar Eindhoven gekomen. Mijn eerste woning was tegenover Philips Nederland, in de Alard du Hamelstraat. Daarna ben ik nog heel vaak verhuisd. Ook een keertje naar het Vonderkwartier; de Hagenkampweg.
Na een uitstapje naar Woensel, besloten mijn huisgenoten en ik dat we samen een nieuwe woning wilden. Inmiddels had ik een hondje, Tjeuke. Dat maakte de huizenjacht niet bepaald makkelijker. We vonden een advertentie van iemand die een woongroep wilde starten. Die kwam je haast nooit tegen! Het huis stond in de Clovislaan, achter het Belastingkantoor. We gingen op gesprek en dat ging goed. Op een bepaald moment vroeg de eigenaar wie de andere woongroepleden waren. Die hadden we helemaal niet, maar prompt noemde ik vier namen. Wat denk je? We kregen het huis! En van de vier ongevraagde leden kwamen er ook werkelijk drie in huis. De ontbrekende vierde hadden we vervolgens snel gevonden. Dat ging een tijd goed, maar na twee heel leuke jaren viel de groep wat uit elkaar en kwamen er teveel wisselingen en had de verhuurder er geen zin meer in.
Hierna heb ik een tijdje in Stratum gewoond en op de Grote Berg. Samen met een vriendin heb ik toen het plan opgevat om een huis te kopen. Maar geld hadden we niet. Een goede vriend van ons hoorde van dit plan en wilde graag meedoen. En gelukkig had deze vriend een goede baan met dito inkomen. In onze huizenjacht vond ik dit huis aan de Albertina van Nassaustraat en dat vonden we allemaal (inmiddels een groep van vier) een prima huis. We hadden allemaal een eigen kamer en de begane grond was de gemeenschappelijke ruimte.
De eerste keer dat ik in de tuin hier stond heb ik tegen mezelf gezegd dat ik hier nooit meer weg zou gaan. Dit was eind 1985. Eenmaal hier wonend, in de zomer van 1986, werd ik zwanger en is mijn dochter ook hier geboren. Ik had een slaapkamer op de eerste verdieping en een kleine kamer voor de baby. Dat ging lange tijd prima (altijd een oppas!). Toen mijn dochter een jaar of zeven was, begon ik zo langzaamaan toch wel te verlangen naar meer eigen ruimte. De oorspronkelijke woongroep was al een tijdje aan het veranderen en door de wisselingen in mede groepsgenoten vond ik het te onrustig voor mijn dochter.
Om een lang verhaal kort te maken: in 1995 heb ik mijn huisgenoten gevraagd te verhuizen. Niet dat ze daar direct zin in hadden, maar ze hebben het wel gedaan. De eigenaar van de woning kwam weer terug in het huis. We hebben toen wat verbouwingen gedaan en vervolgens bleef ik er wonen met de eigenaar van het huis, waarbij we ieder ons eigen deel van het huis hadden. In 2001 is de eigenaar elders gaan wonen met zijn vriendin en heeft hij het huis aan mij verkocht. En woonde ik met mijn dochter in dit huis. Mijn dochter nam de zolder in beslag na deze helemaal pimpelpaars te hebben geschilderd. In 2010 is mijn dochter ‘op zichzelf’ gaan wonen. Sinds 2012 verhuur ik de zolder want die (grote) ruimte stond maar leeg en nutteloos te zijn omdat ik er zelf, door mijn handicap, niet kan komen.
Wat doe je?
“Ik ben docent maatschappijleer aan het Koning Willem I College in Den Bosch. Sinds 10 april ben ik officieel met pensioen, maar ik maak het schooljaar af. M.i.v. 16 juli ben ik dan ook echt met pensioen. Daarna ga ik waarschijnlijk flink verbouwen zodat ik helemaal op de begane grond kan wonen en mijn dochter en schoonzoon hier kunnen intrekken (zij gaan dan boven mij wonen). Wat ik precies na mijn pensioen ga doen weet ik nog niet. Eerst maar even wennen aan het met pensioen zijn. Maar waarschijnlijk zal ik wel wat vrijwilligerswerk op het maatschappelijke vlak gaan doen. En wie weet ook wat actiever in de wijk nu daar de tijd voor is.
Waar kan de buurt je van kennen?
“Ik verwacht van mijn bike. Het is een e-bike, elektrisch dus. Ik ga eigenlijk altijd met dat ding op pad. Vrijwel alle boodschappen doe ik met deze bike. De auto gebruik ik alleen om naar mijn werk in Den Bosch te gaan en voor vakanties e.d. Gaat prima zo. De buurt kent mij dus als een rolstoelster. Ik heb er geen last van om in een rolstoel te zitten maar wel lastig is dat de omgeving lang niet altijd aangepast is en dus niet (goed) toegankelijk voor iemand in een rolstoel. Dat is frustrerend.
Zo nu en hoor je een diep ronkend geluid in onze wijk en glijdt een klassieke Amerikaanse auto voorbij. Grote kans dat het Anton is, die een eindje gaat toeren.
Wie ben je?
Sinds een jaartje of vijf woont Anton van Kemenade (52) met zijn gezin aan de Frederika van Pruisenweg. Hij is getrouwd met Kim de Vogel-van Kemenade (straatcontactpersoon) en heeft twee kinderen: Quinn (5) en Indy (3). “Ik ben een geboren en getogen Eindhovenaar. Opgegroeid in Woensel en daarna op verschillende plekken in Eindhoven gewoond. Kim en ik woonden in Tuindorp (Stratum, red.) toen Quinn werd geboren. Dat ging prima, maar we vonden onze benedenwoning te klein voor verdere gezinsuitbreiding. Toen hebben we dit huis gekocht.” Hoewel het authentieke rijtjeshuis geen ruimte biedt aan de auto’s, woont Anton hier met veel plezier. “We hebben leuke mensen in deze wijk ontmoet. En als de kinderen buitenspelen, komen ze altijd wel vrienden tegen. Bovendien vind ik het ook een heel mooie buurt.”
Wat doe je?
“Ik werk sinds kort als accountmanager bij Neways Technologies. Ik verkoop in feite projecten, elektronica-ontwerpen, en onderhoud de klantrelatie. Daarvoor deed ik iets soortgelijks bij Frencken Group. In mijn vrije tijd ben ik graag met mijn Amerikaanse auto’s bezig. Ik heb een Ford Mustang Mach 1 uit 1972 en een Plymouth Fury uit 1966.”
Antons interesse werd aangewakkerd door een vriend die een Ford Capri had – de Europese tegenhanger van de Mustang. “Ik reed wel eens met hem mee en vond dat wel leuk. Op een bepaald moment sloeg ik een boek open en stuitte op een foto van een Mustang. Ik was meteen verkocht. Zo een móest ik hebben. Het duurde nog twee jaar voordat ik er eentje kon bemachtigen. Deze auto kocht ik 25 jaar geleden in België.”
“Ik hou van de vormgeving en het vermogen. De Mustang heeft een grote v8-motor, waardoor hij snel kan optrekken en een krachtig geluid geeft. Ik heb een paar keer op het circuit geracet. Dat smaakte naar meer, maar het vergt erg veel van een auto. Daarom ben ik er niet mee doorgegaan.”
Het sleutelen aan de auto is de andere helft van zijn hobby. “Ik vind het heerlijk om in mijn garage gewoon met mijn handen bezig te kunnen zijn. Onderhoud en reparaties, maar ook verbeteren. Tunen bijvoorbeeld, of de wegligging verbeteren. Een echte Amerikanofiel is hij niet per se. “Ik heb vooral iets met het tijdperk. De jaren zestig en zeventig. Als Kim een avondje weg is, zet ik ook vaak een film uit die tijd aan.
De tweede auto, de witte Fury, was min of meer een impulsaankoop. “Een heerlijke toerauto, waar we met het hele gezin op de voorbank kunnen zitten. Er zitten geen gordels in, waardoor we er niet mee op vakantie zullen gaan, maar hij is ideaal voor de Lichtjesroute, haha.”
Waar kan de buurt je van kennen?
“Ongetwijfeld via mijn kinderen: op school, in de speeltuin bij snackbar Johnny, voetballend op de grasbaan hier in de straat. Of op het plein. Als de kinderen daar spelen, neem ik graag even plaats bij het Vonderke.”
Als je al in de Linda, VT wonen, Glossy en andere tijdschriften hebt gestaan, wil je natuurlijk ook nog in het Vonderportret! Dus, bij deze ontmoeten we Daphne, ook bekend als De Viltbloemist.
Wie ben je?
Daphne Engelke (48) woont inmiddels 20 jaar aan de Jozef Eliasweg met haar man Marc (48) en zoon Pelle (17).
Oorspronkelijk komt Daphne uit Amsterdam. Haar moeder vond het te druk in Amsterdam en ook vond ze de mensen niet zo vriendelijk, dus het gezin besloot hun geluk te beproeven in het zuiden.
Daphne is opgeleid als sociaal pedagogisch hulpverlener. Dat ze na haar VWO een HBO opleiding ging doen, vond iedereen maar stom. Maar goed dat ze is opgevoed met het motto ‘Je moet doen wat je het allerleukste vindt’. “Maar”, zegt Daphne, “ik zag wel dat je daar ook niet altijd gelukkig van werd, er was bij ons thuis regelmatig geen brood op de plank. Ik wilde wél mijn eigen geld verdienen, dus ik besloot een opleiding te doen waarmee ik een goede kans op werk zou hebben en ik liet de kunstacademie links liggen”. Ze werkte lange tijd in de verstandelijk gehandicaptenzorg, met veel plezier.
Ondertussen werd in 2005 haar kind geboren, dat kostte meer tijd en energie dan dat ze vooraf had bedacht. Op zoek naar een creatieve uitlaatklep, begon ze met het maken van bloemen van vilt.
Wat doe je?
Daphne heeft inmiddels landelijke bekendheid als De Viltbloemist. In 2018 stopte ze met haar baan in loondienst. “Pelle ging naar de havo en ik wist dat hij mij wat meer nodig zou hebben. Ik was niet meer gelukkig omdat ik het gevoel had dat ik alles half deed. Ik heb echt met veel plezier ontslag genomen!”
Ze heeft nooit spijt van gehad van haar beslissing, ze heeft nu 100% energie voor De Viltbloemist. Ze pakte het meteen serieus aan, het zou echt haar bedrijf worden, compleet met nieuwe huisstijl, website en bedrijfsplan. Het maken van de Viltbloeiers – zoals ze haar bloemen noemt – is kunst en De Viltbloemist is een geregistreerd merk. Viltbloeiers maken kost veel werk, het is echt exclusief. Dat de koningin en de prinsessen tijdens koningsdag 2021 de bloemen van Daphne droegen, was een absoluut hoogtepunt!
Hoogtepunten heeft Daphne meer dan genoeg in haar werk, ze straalt als ze erover vertelt: “Het is zo fijn als klanten blij zijn. Laatst was er een vrouw die helemaal vol schoot bij het zien van het uiteindelijke boeket dat ze speciaal voor haar gemaakt had. En een bruidspaar hoorde ik nadat ze wegliepen nog zeggen hoe gelukkig ze waren met het boeket, dat is echt goud”. Daphne gunt haar opdrachtgevers precies het boeket dat ze willen, iets wat precies past bij hun wensen, of bij hun lievelingsvaas. Ze neemt daarom graag de tijd om samen met haar klanten de juiste bloemen uit te zoeken in de juiste kleuren en daar het mooiste boeket van te maken. Het is tenslotte een blijvende herinnering.
“Mijn bedrijf moet kloppen bij wie ik ben, zo heb ik het gemaakt: Ik werk als het kan, als het mag en soms als het moet. Dat is mijn motto. Ik maak wel heel veel uren, maar als ik even niks te doen heb, wil ik sowieso het liefst bloemen maken.” De passie straalt van Daphne af, dit is wie ze is en wie ze wil zijn!
Natuurlijk bestaat haar werk uit veel meer: haar Instagrampagina, de boekhouding, teksten schrijven. Dat vindt ze het leuke van ondernemen, het is super gevarieerd. En, een primeur voor het Vonderkwartier: Daphne is een boek aan het schrijven! Het gaat over het maken van Viltbloeiers en ze deelt er een aantal van haar ook patronen zodat je je eigen Viltbloeiers kunt maken.
Sinds 1 november is Daphne verhuisd naar Plan B met haar bedrijf: “Het voelt zó goed, ik voel me daar een ondernemer. De plek is echt van mij, geen andere gezinsleden die mijn atelier gebruiken zoals dat in mijn thuisatelier wel gebeurde. Het is één grote bloemenzee en alles is roze!” De Viltbloemist is de laatste jaren enorm gegroeid, het lijkt wel of mensen tijdens de verschillende lockdowns geïnspireerd waren om echt iets speciaal voor henzelf en hun huis te laten maken.
Waar kan de buurt je van kennen?
Mensen komen van ver om bloemen te laten maken door Daphne, maar ken jij deze buurvrouw nog niet? Neem dan eens een kijkje op haar Instagram, facebookpagina of haar website.
En je kunt haar niet alleen in de buurt tegenkomen, maar ook op tv. Op 14 maart om 17:00 uur is ze te zien bij RTL Eigen huis en tuin lekker leven. Het is gefilmd in haar atelier in Plan B aan de Hurksestraat, ze heeft de beelden nog niet gezien, maar heeft in elk geval laten zien wat ze wilde. Kijk je mee?
Je kunt deze vrolijke Viltbloemist ook ontmoeten tijdens één van haar workshops, die ze ook in Plan B geeft. De komende workshops zitten al helemaal vol, maar na de zomer volgen er meer.
Misschien zijn we wel de enige Eindhovense wijk met een eigen geur, een Vonderparfum. Nou ja, we hebben in elk geval een buurman die zijn eigen geur ontwikkeld heeft!
Wie ben je?
Deze buurman is Pacal Lagarde (24), hij woont met zijn vader en moeder aan de Sophia van Wurtemberglaan. Het is nog maar voor even, want hij gaat op zichzelf wonen aan de Hoogstraat.
Pacal is een geboren Vonderkwartierder, sinds 12 jaar wonen ze in hun prachtig verbouwde huis, zijn wieg stond in de Anna van Engelandstraat. Hij ging als kind naar de Trinoom, vervolgens naar de havo op het Christiaan Huygenscollege om daarna International business en management te studeren. Na een jaar stapte hij over naar HRM in de Witte dame, waar hij in 2020 afstudeerde.
Wat Pacal kenmerkt is zijn goede neus. Hij heeft al vanaf zijn kindertijd een passie voor geuren. Geuren zijn een beleving, volgens Pacal. Hij vertelt enthousiast: “Iedereen kijkt vanuit zijn eigen perspectief naar dingen. Mensen vergelijken geuren die niets met elkaar te maken hebben, omdat ze er een bepaalde herinnering aan hebben. Objectief naar een geur kijken kan bijna niemand, eigenlijk alleen parfumeur kan dat.” Toch wilde Pacal er graag meer over leren en hij ging experimenteren met geuren creëren. Hij kocht een starterspakket om aan de slag te gaan en kwam erachter dat je het niet gemakkelijk leert: “Een parfumeur studeert 10 jaar! Je kunt niet zomaar geuren bij elkaar gooien, geuren reageren met elkaar, het is net scheikunde. Je hebt de basisnoten, de hartnoten en de topnoten, deze zorgen met elkaar voor de geur. Alleen de geur patchoeli ruikt niet naar patchoeli en alleen de geur hout, ruikt niet naar hout. Een parfum heeft alle noten nodig om een geur te worden.”
Wat doe je?
Inmiddels is Pacal al twee jaar bezig met zijn geur Lagardz. Tijdens het schrijven van zijn scriptie bedacht hij dat hij naast zijn werk bezig wilde zijn met iets anders. Omdat hij altijd al een passie voor geuren had, was de keuze snel gemaakt.
Pacal ging dus op zoek naar een parfumeur die zijn geur wilde creëren: de ontwikkeling van de geur, het flesje, de leverancier. Hij vond een parfumeur in Zeewolde, Iscent. Klinkt gemakkelijk, maar zo’n partij werkt niet zomaar met iedereen samen. Pacal had een businessplan, een startkapitaal en natuurlijk zijn eigen idee en visie nodig. Hij werkte altijd in de horeca en leefde zuinig, dus een startkapitaal had hij. Hij wist dat hij om zijn passie waar te maken geld nodig had. Hij werkte hard aan zijn businessplan en ging van start met de parfumeur. Zijn visie had hij al helder voor ogen: geuren koppelen aan emoties en momenten. Zo zagen zijn twee geuren het licht: Perform en Celebrate. Perform beschrijft hij als een door-de-weekse geur, authentiek, alledaags maar toch speciaal. Celebrate is een meer opvallende, kruidige, warme geur, zoals de naam zegt voor als je iets te vieren hebt. Ze staan in de markt als mannengeuren, maar worden ook door vrouwen gedragen.
Naast zijn geuren, werkt hij ook nog fulltime als accountmanager bij een internationaal technisch detacheerder. Dat betekent dat hij expats naar Nederland haalt, bijvoorbeeld monteurs voor ASML. Ook hier werkt hij hard voor.
Toch is zijn droom om aan de wereldtop te komen met zijn parfum, in alle winkels te staan tussen de andere topmerken. Zijn voorbeelden zijn Creed, Tom Ford, Nishane en Francis Kurkdijan. Op dit moment is het lastig om de winkels binnen te komen, de middenstand heeft het door de pandemie niet gemakkelijk. Toch gaat het prima in zijn webshop. Hij investeert in samenwerkingen met influencers als Nikki Holtzken en een aantal voetballers.
Het is duidelijk: Pacal bruist van de energie en is bijna altijd aan het werk. Hoe komt hij tot rust? “Sporten is belangrijk om tot rust te komen. Als ik ga sporten ben ik daarna lekker rustig.” Hij bokst en fitnest, al vind hij boksen het interessants om dat het een moeilijkere sport is, ook daar zoekt hij weer de uitdaging.
Waar kan de buurt je van kennen?
Pacal woont al zijn hele leven in de wijk, dus dikke kans dat je hem in de wijk hebt gezien. Hij hoopt natuurlijk dat hij straks in het Vonderkwartier en ver, ver daarbuiten bekend is van zijn geuren. Dus, leer hem (opnieuw) kennen via zijn website, Instagram en facebook.
Mogen we je voorstellen aan alleskunner Rio Jansen? Hij woont in een oude bakkerij in het Vonderkwartier en is een groot fan van Snackbar Johnnie.
Wie ben je?
Zes jaar woont Rio Jansen (53) er inmiddels, aan de Frederika van Pruisenweg. Hij werd geboren in het Binnenziekenhuis, waar nu de Heuvelgalerij staat: “Eindhovenser kan niet” zegt hij zelf! Rio groeide op aan de Woenselsestraat en daarna aan het Cassandraplein. Toen hij 15 was verhuisde het gezin naar Strijp en op zijn 18e ging Rio het huis uit. Hij was net klaar met school en zoekende wat hij wilde. Hij ging aan de Dommelstraat wonen, boven café De Banaan, toen een berucht café. Het was het thuishonk van PSV supporters. “Uiteindelijk heb ik door heel Europa gewerkt, altijd in de beveiliging. In die tijd bestond er nog geen opleiding voor beveiliger, maar inmiddels heb ik alle opleidingen gedaan die er in Nederland bestaan op het gebied van beveiliging.” Rio heeft een dochter van 21, Lieve, die studeert aan de Radboud Universiteit en op kamers woont.
Wat doe je?
Rio heeft steeds gewerkt als beveiliger, maar had er altijd ook andere banen naast. Zo werkte hij als galvaniseur bij Philips, waar hij ook de opleiding op de bedrijfsschool deed. Daarna studeerde hij medicijnen; “Daar stopte ik na 4 jaar mee, ik was er klaar mee en ik startte mijn eigen beveiligingsbedrijf”. Ook is Rio al 30 jaar boksinstructeur.
In 1998 ging Rio bij de Effenaar werken, als beveiliger. Hij mist de oude Effenaar nog steeds, die hadden ze naar zijn mening nooit mogen slopen. “De Effenaar was uniek, er was veel saamhorigheidsgevoel, iedereen was welkom, waar zie je dat nou nog?” Rio ging niet mee naar de nieuwe Effenaar. Zijn eigen beveiligingsbedrijf liep inmiddels als een tierelier, dus daar stortte hij zich op. In 2006 verkocht hij het bedrijf en ging werken als beheerder van woonwagenlocaties voor gemeenten en woningcorporaties. Hij beheerde de hoog risico kampen in onder andere Son en Breugel, Best, Nuenen, in totaal 38 locaties. Dat deed hij 6 jaar, tot het hem in 2012 opbrak. Hij kwam thuis te zitten met een burnout en ptss. Hij viel flink terug in inkomsten, waardoor hij om het nog erger te maken in 2014 dakloos werd. Nog steeds ziek en met veel extra zorgen. Hij hoefde niet op straat te slapen, want hij kon bij zijn vrienden terecht. Hij wilde koste wat kost ook niet in de daklozenopvang terecht komen, want ook bij de verschillende opvanglocaties in de stad had hij veel beveiligingswerk gedaan.
Sinds 1 december is Rio weer werkeloos: zijn werkgever, coffeeshop Hightimes, werd gesloten en hij en zijn 17 collega’s stonden op straat. Hij is nu volop aan het solliciteren, ook banen buiten de beveiliging, want hij is van meerdere markten thuis.
Ook zijn werk als boksleraar bij jongerencentrum Dynamo ligt vanwege alle coronamaatregelen nu stil. Hij houdt zich bezig met klussen, hij staat bekend als de hobby doe-het-zelver. Als er ergens geklust moet worden, weten mensen Rio gauw te vinden.
Waar kan de buurt je van kennen?
“Omdat ik meestal op openbare plekken in de beveiliging werkte, kennen veel mensen mij. Mensen herkennen mij vaak en dan heb ik geen idee wie ik tegenover me heb, ik heb zoveel mensen ontmoet.” Ook kunnen mensen Rio kennen van zijn werk als sportinstructeur.
Je kunt Rio ook kennen van zijn wandelingen in het park, maar zijn favoriete plek in het Vonderkwartier is Snackbar Johnnie. “Fijne mensen, de beste friet en niet duur!”
We stellen deze maand een kunstminnend koppel aan je voor. De huisschilder en zijn vrouw gaan hun passie achterna en iedereen is uitgenodigd!
Wie ben je?
Piotr (48) en Agnes (39) Palimaka wonen met hun dochters Jogoda (15) en Hanna (8) aan de Willem Frisostraat 8. Ze wonen hier al 11 jaar met heel veel plezier: “De buurt is leuk en er wonen veel fijne mensen, we hebben een goede band met onze buren”, zegt Piotr.
Al voor ze hun huis aan de Willem Frisostraat kochten, huurden ze een appartement in onze wijk, aan de Lodewijk Napoleonlaan. Ze wilden op zoek gaan naar een huis, maar toen ze tijdens een wandeling door de buurt het huis aan de Willem Frisostraat te koop zagen, besloten ze meteen. Zonder een ander huis bekeken te hebben, kochten ze het. Ze wilden gewoon heel graag in het Vonderkwartier blijven!
Piotr kwam 25 jaar geleden naar Nederland. Het idee ontstond met een groep vrienden: “We waren op vakantie, gewoon met onze rugzak naar Amsterdam. Polen was grijs en in Nederland was alles zo hip” zegt hij. Piotr en zijn beste vriend besloten zich in Nederland te vestigen. Niet in Amsterdam, maar in het zuiden van het land.
Agnes kwam later, zij en Piotr ontmoetten elkaar in Polen. Agnes werkte in het restaurant van haar tante vlakbij de grens, Piotr kwam daar altijd tijdens zijn bezoeken aan Polen. Het was allemaal heel toevallig, Agnes had eigenlijk geen dienst, maar ze viel in voor een collega. Tijdens zijn bezoek had Piotr haar nog niet ontmoet, maar hij was zijn jas vergeten en moest terug. Het was Agnes die hem zijn jas teruggaf en Piotr werd verliefd. Elke week reisde hij naar Polen, een half jaar lang. Agnes studeerde aan de economische universiteit en wilde eerst haar studie afmaken voordat zij met Piotr aan haar Nederlandse avontuur zou beginnen. Halverwege 2006 was het zover en kon hun gezamenlijke leven in het Vonderkwartier beginnen!
Wat doe je?
Eenmaal in Nederland moest Piotr op zoek naar werk. Hij werkte een paar jaar voor een baas en begon in 2002 voor zichzelf met zijn schildersbedrijf. In 2015 werd het schildersbedrijf een BV. Piotr en Agnes werken allebei nog steeds in het bedrijf.
Piotr: “Op een gegeven moment heb je tijd om je eigen passie te volgen.” Agnes vult hem aan: “We bezochten altijd veel galeries en musea, we kochten op vakantie altijd mooie kunst. Als mensen op bezoek kwamen, waren ze altijd onder de indruk van de kunstwerken die we gekocht hadden.” Agnes en Piotr zijn altijd op zoek naar originele kunst en de ervaring die ze daarmee hebben, zetten ze nu in voor hun galerie.
Drie jaar geleden begonnen ze hun plannen uit te werken en voorbereidingen te treffen voor hun droom: een eigen kunstgalerie. Ze hebben inmiddels veel kunstenaars in hun netwerk. Ze werken alleen met Poolse kunstenaars, die bieden echt iets anders dan de kunst die je al veel ziet in Nederland en dat is wat Piotr en Agnes willen; iets nieuws toevoegen aan het kunstaanbod. Daarnaast wil het stel ook kansen creëren voor Poolse kunstenaars, het is voor hen niet makkelijk om een voet aan de grond te krijgen in Nederland en in Polen wordt weinig kunst gekocht.
Op 1 december kregen zij de sleutel van het pand aan de Strijpsestraat 52, waar vanaf de tweede helft van januari iedereen de bijzondere werken kan komen bewonderen. Ze beloven ons dat iedereen in het Vonderkwartier een bericht ontvangt als de galerie open is voor bezoek.
Waar kan de buurt je van kennen?
Piotr is verantwoordelijk voor veel schilderwerk hier in de wijk. Grote kans dus dat ook jouw huis door Piotr geschilderd is. Ook al heeft hij inmiddels zijn personeel, hij komt nog steeds bij elke klus langs.
Ook helpen Agnes en Piotr graag hun buren, bij buurtfeesten en het Sinterklaasfeest in de wijk.
Ken je ze nog niet? Neem eens een kijkje op www.geminigallery.nl en kom in januari kijken in de galerie, ze verwelkomen je graag!
Een paralympisch kampioen in het Vonderkwartier! Echt waar, Niels Vink (18) won goud als rolstoeltennisser en heeft nog veel meer dromen.
Wie ben je?
Niels is 18 en heeft een grote passie die hem ver gebracht heeft! In Tokyo won hij goud (quad double) en brons (quad single) op de paralympische spelen. Hij woont de helft van de tijd met zijn vader, de vrouw van zijn vader (Sanne), zusje Roos (11) en broertje Joep (9) aan de Maria Stuartstraat. “Mama woont in Stiphout, daar was ik het meest van de tijd. Sinds in een rijbewijs heb, kies ik zelf.”
Toen hij goud won, ontplofte zijn telefoon, zoveel berichtjes kreeg hij. Niels zag zichzelf ook ineens op allerlei nieuwswebsites verschijnen, een heel bijzondere en leuke ervaring. Laats kwam hij erachter dat iemand zelfs een Wikipedia pagina van hem gemaakt heeft, ook een leuke verrassing!
Tot zijn negende jaar sportte Niels nog niet, maar dat veranderde toen hij in 2012 met zijn moeder naar de paralympische spelen in Londen ging. Hij probeerde wat sporten en vond zijn passie in het rolstoeltennis. Sindsdien doet hij alles voor de sport, alles voor de gouden medaille!
Dromen heeft hij genoeg: bij het verschijnen van dit portret is hij in Orlando, hij doet mee aan de masters. Hij wil een grand slam winnen in de single. Hij wil nummer één van de wereld worden. En natuurlijk Parijs, de paralympische spelen in 2024, daar wil hij goud in de single winnen.
Wat doe je?
Nog meer bereiken in de topsport, dat is zijn droom. Maar niet de enige: Niels doet de opleiding “Sport en Bewegen” aan het Summa College. Hij wil gymles geven op de basisschool. Vorig schooljaar liep hij het hele jaar stage op zijn oude basisschool in Stiphout: “Kinderen zeggen wat ze denken, dat vind ik juist zo leuk aan kinderen. De eerste dag vragen ze me de hemd van het lijf over mijn rolstoel en de ziekte die ik had. En daarna is het klaar, nieuwsgierigheid is bevredigd en de rest van het jaar vinden ze het normaal dat ik gymles geef in mijn rolstoel.”
Niels zat dus op een reguliere basisschool, die gelukkig wel gelijkvloers was. Veel aanpassingen waren er niet nodig, Niels vond altijd zijn eigen oplossing. Zo is het nog steeds, Niels is lekker eigenwijs. Als iets niet gaat, vindt hij een andere manier. Zijn beperking beperkt hem niet: “Ik heb een positieve instelling en kijk altijd naar wat wel kan en niet naar wat er niet kan.”
Niels zou zijn opleiding kunnen splitsen en 2 jaar over leerjaar 2 doen, door zijn topsportstatus, maar hij wil altijd het beste uit alles te halen: “Ik probeer mijn opleiding gewoon in 3 jaar te halen. Ik krijg alle ruimte voor mijn sport, door mijn A-status vanuit NOC-NSF, je hoeft dan niet alle uren te volgen.” De mensen op zijn opleiding en stage steunen hem, sport gaat voor alles. Hij is er dankbaar voor: “Dat soort mensen in je omgeving heb je wel nodig.”
Waar kan de buurt je van kennen?
Dikke kans dat je deze kampioen weleens live in actie hebt gezien: “Ik ga weleens met mijn broertje Joep op het plein basketballen of tennissen. En in de speeltuin ga ik ook weleens voetballen met Roos en Joep.” En anders heb je zijn auto misschien weleens zien staan: helemaal vol met stickers van sponsoren.
Niels werd na de spelen officieel gehuldigd in Helmond, maar het Vonderkwartier bleef niet achter. Zijn buren in de Maria Stuartstraat organiseerden een leuke verrassing!
“We gingen met zijn vijven uit eten in de stad. Na het eten stelde papa voor om nog een wandeling te maken. Dus dat deden we. Toen we thuis kwamen, stond de hele straat stond buiten en alles was versierd met oranje slingers. Toen snapte ik waarom papa wilde wandelen, we waren te vroeg klaar met eten!”
Wil je Niels helpen om zijn droom te bereiken? Hij doet er alles voor, maar kan wel wat financiële steun gebruiken om naar de spelen in Parijs te kunnen. Via nielsonwheels.com kun je hem sponsoren en kun je nog meer lezen over zijn weg naar de medailles!