December 2012, Henk Aapkes
Onlangs bekeek ik de foto’s van het Vonderkwartier, waar ik van 1938 tot 1961 opgroeide. Het eerste wat opviel, was dat de buurt nu groter is dan vroeger.
De wijk was duidelijk gescheiden van de andere door de Hagenkampweg en het Bels lijntje aan de stadskant en aan vrijwel de hele westkant door het riviertje de Gender, dat langzamerhand steedsmeer vervuilde. Alle straten eindigden er. Je kon wel de hoek om en door een andere straat weer terug. De Sophia en de Prins Alexander waren echt doodlopende straten. Je kon goed zien, dat voor de bouw van de wijk de grond langs de Gender was opgehoogd. Van die laatste straat lagen de huizen er het dichtst bij. Ze hadden toen al last van verzakkende tuinen.
Meestal ging je over de “Grote Overweg” aan het Lodewijk Napoleonplein de wijk uit via de Julianastraat of de Mauritsstraat. Nu kunnen alleen voetgangers naar de Julianastraat. Aan de andere kant van het plein begon de Hagenkampweg, die langs het spoor tot aan de Hoogstraat liep. Zo kwam je in Gestel. Halverwege bij de Mecklenburgstraat was de “Kleine Overweg”, waar een flinke vrachtwagen net overheen kon. Vanuit de dichtbij gelegen straten nam je die. Het was ook de kortste weg naar mijn school aan de Akkerstraat.
Daar kon je ook de andere kant op over “Het Zwarte Pad” vol gaten en kuilen. Met wat handigheidwas er te fietsen. Het was het laatste onverharde stuk van een oud landweggetje, waarvan het eerste deel de Mecklenburgstraat en het laatste stuk de Laagstraat was. Begin en eind waren ook het begin en eind van de Hoogstraat.
Boertje Van de Grint woonde er in een houten huis. Hij hield een paar koeien en varkens. Een keer per week haalde hij in de wijk de schillen op. Verderop was nog een soort eigen gebouwd huis, waar Roel Vorstenbosch woonde. Hij deed in van alles, ook oud ijzer. Er achter langs de Gender was de vuilstort van de gemeente.
Vlak naast de Grote Overweg liep het Vonderpad, alleen voor fietsers. Over het Vonderke, een smal bruggetje over de Gender, kwam je in een steegje met links melkinrichting Sint Petrus. Op de Willemstraat aangekomen stak je meestal over de Sint Antoniusstraat in. Zondags liepen de mensen zo naar de Steentjeskerk.
Links wat achteraf stonden aan dat pad twee armoedige huisjes nog voor het bruggetje tussen onze wijk en de Gender. Het was daar lager en het gebeurde meer dan eens, dat het water van de Gender in het najaar over het Vonderke liep. Het was best leuk om daar doorheen te fietsen, maar die huisjes – er woonden ook kinderen – stonden dan in het water. Dat buurtje heette “deTijgerkat”.
De oudste huizen van de nieuwe wijk stonden aan de Hagenkampweg tussen de Anna Paulownastraat en de Anna van Engelandstraat. Ver over de latere rooilijn, waardoor de weg daar een flessenhals was. Nu staat er een “nieuw” blok appartementen netjes in rij met de rest. Verderop aan de Hagenkampweg tot aan de Hoogstraat (nu Hagenkampweg-Zuid) stonden meer van diehuizen, waar de weg smaller was. Die waren nog in de zelfstandige gemeente Gestel gebouwd.
Vanaf de Anna Paulownastraat stonden aan de Hagenkampweg grote huizen. Hetzelfde soort huizenals in het blok Lodewijk Napoleonplein, Sophia van Wurtemberglaan, Hendrik Casimirstraat en Amalia van Anhaltstraat. Het waren toen de enige huizen met bovenwoningen. Ze zijn na de fusie van Eindhoven met de omliggende gemeenten omstreeks 1930 gebouwd. Met het eerste huis, toen nummer 1, de sigarenzaak van Piet van Kuyk met de naam “deTijgerkat” en hotel nu Ambassadeurvormden ze het begin van de nieuwe wijk. Omstreeks 1935 was die voorlopig afgebouwd. Naam?
Op de gevel van “Piet van Kuyk” hing een groot bord met de aanduiding “Nieuw-Gestel”. Op de foto www.eindhoven-in-beeld.nl/picture/number16259.asp is het te zien. Mogelijk ook de aanduiding van de halte van het Bels Lijntje? Langs het spoor naast de overweg was een onverhard perron.