Website van de wijkvereniging Vonderkwartier Eindhoven

De Gender in de jaren 1930-1950

De Gender.

Henk Aapkes, december 2012

Op oude kaarten lijkt Eindhoven net de schaduwfiguur van een hollend mannetje. Enerzijds kwam dat doordat de samenvoeging met de randgemeenten pas in 1920 plaatsvond, maar anderzijds, omdat er alleen op de zandruggen was gebouwd. Daartussen stroomden riviertjes als Tongelreep, Dommel en Gender met flinke moerassige flanken. Men moest ook rekening houden met wateroverlast. Op het Stratumseind maar ook langs de Willemstraat wist men daarover mee te praten.

juni 1932. De Meander van de Gender langs het eind van de Frederika van Pruisenweg en Anna van Engelandstraat.

Foto 1 is van juni 1932. De Meander van de Gender langs het eind van de Frederika van Pruisenweg en Anna van Engelandstraat. Kan zo’n riviertje nou zorgen voor grote overstromingen?

De Gender 1930
De overstroomde overweg aan de Willemstraat in de jaren ’30

Foto 2 van de overweg in de Willemstraat laat zien, dat het echt zo was. Rechts van de seinpaal zijn het huis van Piet van Kuyk, eigenaar van sigarenzaak de Tijgerkat, en cafe-hotel Ambassadeur nog net te zien. Vanwege de bocht ligt het spoor scheef en komt alleen de rechterrail nog boven water uit. De huizen rechts aan de Willemstraat  tussen de overweg en de St. Antoniusstraat zijn later allemaal afgebroken.

Foto 3. Vanaf de St. Antoniusstraat kwam je door dit straatje bij het Vonderke. Het spoelwater van St. Petrus ging daar de Gender in. Maar de Melkinrichting had zelf ook last van hoog water.

 

Toegang naar ’t Vonderke via de St Anthoniusstraat

Foto 4. Dit is dezelfde meander als op foto 1, maar nu na de oorlog en in andere richting. Ik heb op deze plek heel wat gespeeld. De houten put met beschoeiing ervoor was waarschijnlijk bedoeld als overstort van het riool. De Anna van Engelandstraat eindigde rechts van de kinderen. Voor de Sophia van Wurtemberglaan is nog net de bovenkant van een muurtje te zien. Daar was een ingang naar het riool van die straat, waarschijnlijk bedoeld als overstort bij hoog water. Toch voorkwam dat niet, dat ook na de oorlog het Vonderke en de buurt daaromheen regelmatig onder water stonden. Het was best spannend door het water van het overstroomde bruggetje te fietsen.

 

Na 1945: de meander van de Gender aan de Frederika van Pruisenweg richting de Sophia van Wurtemberglaan

Net buiten beeld was de laatste put van Anna van Engelandstraat. In die tijd was er al geen deksel meer op en lag er zoveel zand in dat je daar gewoon in kon staan.

De vrachtwagens van Engelse en Canadese soldaten stonden na de bevrijding van Eindhoven langs de Anna van Engelandstraat geparkeerd. De jongens waren makkelijk met hun spullen. Een van de jongens had een yerrycan met nog flink wat benzine, die hij in die put goot. Een ander gooide er vroegtijdig een lucifer bij. De jongen in de fik. Hij was zo kien, dat hij de Gender in holde en in het water ging liggen. Gealarmeerde volwassenen heb ik de jongen zien wegbrengen. Als kleinere jongen kwam je gewoon niet op het idee te vragen, hoe het met die jongen gegaan is.

Op de luchtfoto van 1944 van het Lodewijk Napoleonplein en omgeving is goed te zien hoe de Gender tot ongeveer de Albertina van Nassaustraat prachtig meanderde. (te vinden op internet.)

Op foto 4 zie je ook, dat de kinderen gewoon door het water liepen. Het was nog zo helder, dat je kon  zien hoe daarin kleine bloedzuigertjes kronkelden. Ik bleef dus liever uit het water, maar mijn vriendje vond dat niet erg. Aan de overkant bleef hij even staan wachten tot de beestjes zich met bloed volgezogen hadden en zich lieten vallen. Niks aan de hand.

Vanaf ongeveer 1952 werd er gewerkt aan verbetering van de situatie. Vanaf de Willemstraat werd met manshoge buizen diagonaal over het Napoleonplein en door de Sophia van Wurtemberglaan een grotere riolering aangelegd. Onder Philips en onder het stationsgebied liep de Gender al jaren ondergronds. De hierboven beschreven meander werd afgesneden door een stuk dat recht op de Sophia van Wurtemberglaan aansloot. Voorlopig kon de Gender daar door. Van daar werd het stuk tot voorbij de Willemstraat gedempt. Tijdelijk werd hier de boel afgesloten. Het water werd in de oude meander gepompt. Het was toen al zo vuil, dat het al gauw indikte tot een dikke drab, die uiteindelijk tot vast overging. Nieuwsgierige jongetjes probeerden natuurlijk, of het al hield. Als je er door zakte, had je een paar zwarte benen van de blubber. Ik had net een nieuw pak met plusfour. Toen het werk klaar was, ging ik eens kijken bij het gekanaliseerde stuk. De nieuwe oever was écht heel nieuw, want ik gleed met een stuk oever zo de plomp in. Het duurde tijden voor mijn moeder de stank uit mijn kleren had.

De nieuwe doorgang na het dempen van de GenderFoto 5 moet kort na het dempen van de Gender zijn gemaakt. Voor die tijd moesten de bussen van Philips allemaal over de Willemstraat. Dat duurde door het fileleed vaak erg lang. De bussen konden kennelijk net door het steegje en over het Vonderpad. Links zijn de groentetuinen van de twee huisjes van het buurtje de Tijgerkat te zien. Die zullen er niet lang meer gestaan hebben. De Lodewijk Napoleonlaan kon na het afbreken van de bebouwing aan de Willemstraat worden doorgetrokken.

Omstreeks 1956 werd de riolering verder aangelegd langs de nieuwe Maria van Bourgondiëlaan. Bij de al eerder genoemde meander moesten 7 tot 9 meter lange palen onder de vlonder voor de riolering geheid worden. Van onze buurt tot aan de Limburglaan werd de hele loop van de Gender tot ver ernaast uitgebaggerd. We hebben er een aardig park met vijver aan over gehouden. Het Vonderkwartier kwam uit zijn isolement en kon aan de westkant op nieuwe stratenplan worden aangesloten.

Henk Aapkes, december 2012

 

Ingezonden reactie, april 2015

Geboren in het Vonderkwartier in de jaren zestig en met een deel van mijn familie die daar lang gewoond heeft, blijf je benieuwd naar de beelden en verhalen van toen. Tot mijn stomme verbazing las ik het verhaal van het jongetje dat aan de Gender met zijn vriendjes aan het spelen was met de jerrycans benzine die daar net na de bevrijding van Eindhoven aanwezig waren. De schrijver van het verhaal vraagt zich min of meer schuldbewust af hoe het eigenlijk met dat jongetje is gegaan. Daar kan ik in ieder geval duidelijkheid over verschaffen. Dat “jongetje” is inmiddels 83 jaar oud en als zoon van hem heb ik dit verhaal vaak voorbij horen komen.

Marc van de Laar
Boxtel