Deze maand stellen we je voor aan een heel bijzonder gezin, of eigenlijk een gezinshuis, gerund door een heerlijk stel: Ton en Marie-José. Al jaren bieden zij een warm nest, hier in het Vonderkwartier, voor kinderen die niet thuis kunnen wonen.
Wie ben je?
Aan de Sophia van Wurtemberglaan wonen Ton van Opstal (68) en Marie-José Versteegh (56) samen met Xiang (14), Didi (Chelsea, maar ze wil graag Didi genoemd worden) (13), Dayan (11) en Gitana (8).
Marie-José is opgegroeid in Geldermalsen en kwam naar Eindhoven om HBO-J te studeren. Ton is een geboren Amsterdammer (en volgens Marie-José zo eigenwijs als een Amsterdammer), hij kwam naar Eindhoven om de lerarenopleiding techniek te doen. Ze woonden allebei op verschillende plekken in Eindhoven, totdat zij elkaar ontmoetten in het centraal wonen project in de Achtse Barier. Het is een woonvorm waar iedereen een eigen plekje heeft en ook een aantal dingen deelt, zoals een gezamenlijke keuken, huiskamer en tuin. Er waren daar 10 huizen en Ton en Marie-José woonden in verschillende huizen, maar gingen wel samen muziek maken. Marie-José op saxofoon en Ton op klarinet. Tijdens het oefenen sloeg de vonk over! Dat is 34 jaar geleden, waarvan ze inmiddels 18 jaar getrouwd zijn.
Het huwelijksaanzoek, dat is nog een leuk verhaal. Ton kwam binnen met een grote bos bloemen vroeg Marie-José, waarop zij hun kinderen (toen 6, 8 en 10 jaar oud) vroeg: “Wat doen we, gaan we met hem trouwen?”. Ze hebben met zijn vieren volmondig “Ja!” gezegd! De drie kinderen uit Tons eerste huwelijk en de drie kinderen die zij samen hebben, zijn inmiddels volwassen en het huis uit. Toch zijn de kinderen nog steeds betrokken bij de vier kinderen die bij Ton en Marie-José wonen, ze zijn hun broertjes en zusjes!
In 2003 startten zij met hun gezinshuis aan de Sophia van Wurtemberglaan 59. Marie-José is in dienst van de Combinatie Jeugdzorg, Ton is vrijwilliger. Zij hebben zo inmiddels een fijn thuis geboden aan dertien kinderen. Marie-José: “De ouders van deze kinderen kunnen door omstandigheden niet voor ze zorgen, maar we vinden het erg belangrijk dat de kinderen contact houden met hun ouders. De kinderen zijn loyaal naar ons én naar hun ouders. Dus als wij het contact met de ouders goed hebben, is dat beter voor de kinderen.”
Het gezinshuis is een echt een bedrijf, met personeel zoals pedagogisch medewerkster Inge.
Wat doe je?
Ton is een gepensioneerde leraar elektrotechniek, maar helemaal afscheid nemen kan hij niet. Hij komt nog regelmatig op school om te helpen bij de examinering.
Marie-José werkte lang op een woongroep voor kinderen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Daar waren zo veel regels, wat echt heftig was voor die kinderen. “Ik denk dat je niet goed kunt opgroeien als je niet kunt zijn wie je bent. Die ruimte miste ik in de woongroep.” Marie-José nam regelmatig een kind mee naar huis, dat kon toen nog. Met één van die kinderen zijn zij hun gezinshuis begonnen. Ze wilden de kinderen een thuis te geven waar ze tevreden konden opgroeien. Zoals zij zelf zeggen: “de kracht van het normale leven”. In het normale leven van een gezin leren de kinderen ook van elkaar, ze spreken elkaar ook aan op gedrag wat niet ok is.
Tijdens de lockdown en de sluiting van de scholen was het wel even pittig. Alle vier de kinderen zitten op verschillende scholen met hun eigen afspraken en richtlijnen. Het was veel werk, maar ook heel gezellig. De kinderen zijn er allemaal beter van geworden, het samen aan school werken en de extra aandacht!
Eens in de vier weken zijn alle kinderen een weekendje weg, naar hun ouders of een andere plek. Dan kan de radar even uit bij Ton en Marie-José. Want ja, die radar staat wel altijd aan in een huis vol kinderen.
De radar kon bij Ton ook even uit toen hij in 2011 naar Santiago liep. In 100 dagen ging hij van hun voordeur naar Santiago, waar hij op zijn verjaardag aankwam en meteen met de bus terug naar huis ging. Op de vraag waarom hij de tocht maakte, antwoordt hij dat sommige mensen pas weten waarom als ze gelopen hebben. Ook hij, een onderwijsbaan en gezinshuis was heel veel, daar wilde hij blijkbaar even van weg. Ton: “De route is zó mooi! De natuur, de rotsen, de oceaan, lopen tussen de landerijen. Het was rustig en in het begin eenzaam, maar op een gegeven moment ben je gewoon vrij; een aanrader”.
Waar kan de buurt je van kennen?
“Wij zijn dat grote huis op de hoek met al die kinderen, daar kennen ze ons van”, zeggen ze beide lachend.
Je ziet ze regelmatig lopen in de wijk. Marie-José heeft long-covid overgehouden aan haar corona besmetting, daarom zit zij nu af en toe in een rolstoel. Ze moet ook lopen, haar conditie weer opbouwen. Dat lukt inmiddels van bankje naar bankje. Elke dag is ze te vinden in het park, waar ze geniet van de hele vogelcrèche, zoals ze het zo mooi zegt. Ze heeft de ijsvogel zelfs al twee keer gezien; hij was druk en was aan het vissen. Ze heeft ook alle kleintjes groot zien worden: de Canadese ganzen, Nijlganzen, meerkoeten, waterhoentjes, fuuten, aalscholvers en de reiger. Ja, het park is haar favoriete stukje Vonderkwartier!