Aan Burgemeester en Wethouders van Eindhoven
Eindhoven, 1 juli 2011
Betreft: Raadsinformatiebrief IIR4359 m.b.t. Welstandstoezicht
Geacht college,
Hierbij laten wij u weten dat het niet eens zijn met het afschaffen van het huidige welstandstoezicht, meer precies het intrekken van de welstandsnota en de daarvan deel uitmakende object- en gebiedsgerichte criteria en beeldkwaliteitsplannen, e.e.a. verwoord in bovenaangehaalde Raadsinformatiebrief.
A.
Het voornemen om het welstandstoezicht af te schaffen komt ons vreemd voor nadat in 2006 t/m 2008 geweldig veel kosten en energie gestoken zijn om (naar ons bij staat met inschakeling van dure externe bureau’s) objectgerichte en gebiedsgerichte criteria op te stellen. Naast talrijke andere buurten hebben wij daar toen eveneens veel energie in gestoken.
We hadden al vernomen dat de gemeente Boekel besloten had om deze regelgeving af te schaffen.
We ontdekken in het voorstel geen speciale argumenten om het beleid van Boekel over te nemen. Alle andere 416 gemeenten hechten kennelijk wel aan welstandstoezicht.
De laatste jaren is de verplichting om een bouwvergunning aan te vragen aanzienlijk versoepeld. We gaan nu even voorbij aan de vraag of dit goed of slecht is.
Wel is het zo dat naarmate de vergunningverplichting wordt verminderd de behoefte aan welstandseisen wordt vergroot. We zouden dit willen omschrijven als verhoging van de individuele vrijheid om te bouwen wat gewenst is vs de opvatting van omwonenden, buurtverenigingen e.d. wat esthetisch aanvaardbaar is.
B.
En als er nu een gedegen pakket argumenten zou zijn om alles wat in 2006 t/m 2008 is gecreëerd af te schaffen…. integendeel. De Raadsinformatiebrief kunnen we echt niet als zodanig aanmerken.
Onze kritiek hierop:
1.
In de Inleiding wordt gesuggereerd dat de wet Wabo (1.10.2010) veel welstandstoezicht overbodig maakt (een stap verder). Dit is niet het geval. De wet Wabo beoogt bij bouw- en gebruiksactiviteiten allerlei vergunningaanvragen- en verleningen te stroomlijnen en is als zodanig een groot goed, zeker voor organisaties als onze wijkvereniging, die in het verleden (als derde-belanghebbende) vaak te veel tijd en energie heeft moeten besteden aan het voeren van procedures op grond van allerlei regelgeving maar met betrekking tot slechts één enkele activiteit. Bijvoorbeeld het verlenen van een kapvergunning terwijl de bouwvergunning nog in procedure was.
2.
In de Inleiding wordt gesuggereerd dat afschaffing van welstandstoezicht voortvloeit uit het coalitieakkoord Samenwerkend aan morgen (Volgens de website van de gemeente: Werken aan morgen.)
Dit coalitieakkoord bevat m.b.t. welstand slechts één regel: De mogelijkheden van welstandsvrij bouwen uit te breiden als de resultaten van de pilot daar aanleiding toe geven.
Er staat dus niet afschaffen van welstandstoezicht. En er is ook nog een voorwaarde aan verbonden, namelijk de resultaten van een pilot. We hebben op de website een aantal pilot-projecten kunnen traceren, maar niet een pilot naar het afschaffen/verminderen van welstandstoezicht.
1.2 van de Argumenten geeft aan: Proef welstandsvrij geeft aan dat 75% van de aanvragen voldoet aan redelijke eisen van welstand (op basis van een quick scan).
Over die proef en die quick scan kunnen we verder niets vinden. Wel hebben we sowieso vraagtekens bij een quick-scan. Erger nog is dat een proef geslaagd heet als liefst 25 % van de aanvragen niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Dat lijkt ons dan zodanig alarmerend dat er snel iets gedaan moet worden aan de handhaving van de welstandsregels, in plaats van afschaffen of verminderen
3.
1.3 van de Argumenten stelt dat welstandsvrij leidt tot vereenvoudiging van procedures en versnellen van processen. Dat geloven we graag als het gaat om de vergunningenprocedures. We zouden dan wel graag een indicatie zien wat dit aan tijd en mankracht (dus aan kosten) oplevert voor de aanvrager, de gemeente en derde-belanghebbenden in procedures.
Sowieso staan derde-belanghebbenden zoals onze wijkvereniging op een zijspoor. Als er geen vergunning hoeft verleend te worden is er voor derden-belanghebbenden geen of geringe mogelijkheid om zich in de procedure te mengen.
4.
1.4 van de Argumenten stelt dat monumenten (waaronder beschermde stads- en dorpsgezichten) beschermd worden door de Monumentenwet. De reikwijdte van deze opmerking kunnen we niet goed overzien.
Wat opvalt is dat geen aandacht besteed wordt aan gemeentelijke monumenten en aan beeldbepalende elementen.
5.
1.5 van de Argumenten stelt dat de gemeente wel een welstandsnota moet hebben, maar dat het de gemeenteraad vrij staat om deze verplichting niet uit te voeren, omdat er geen sanctie op staat.
We nemen aan dat de Rijksoverheid er vanuit ging dat gemeenten blij zouden zijn met duidelijkere regelgeving omtrent welstand, waarbij de gemeenten de ruimte werd gelaten om dit zelf  in te vullen. Daarom zal geen sanctie zijn opgenomen in de wet. Op zich is het ontbreken van een sanctie geen argument om een wet niet uit te voeren.
6.
2.1 en 2.2. van de Argumenten probeert ons gerust te stellen met alternatieven zoals Monumentenwet, Wet Ruimtelijke Ordening, Grondexploitatiewet en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en supervisoren voor enkele gebieden.
Hiermee wordt de suggestie gewekt dat er nog vangnetten zijn, maar concrete garanties biedt dit geenszins. Zonder welstandseisen kunnen deze wetten, organisaties en personen geen enkele invloed uitoefenen op welstand.
C.
Voor wat betreft ons belang als wijkvereniging Vonderkwartier willen het volgende opmerken:
1.
Zoals eerder opgemerkt willen we aandacht vragen voor onze positie als derde-belanghebbende in zaken m.b.t. woonomgeving.
Vaak reageren wij op publicaties van vergunningsverlening. Dat kan dikwijls niet anders omdat bij aanvragen van een vergunning in eerste instantie twee partijen een rol spelen: de aanvrager en de verlener. De derde partij kan zich pas in het proces voegen bij het publiceren van een (voornemen tot) vergunningsverlening.
Naarmate minder vergunningen nodig zijn wordt de rol van derde-belanghebbende minder. Dat zal gunstig zijn voor de aanvrager en voor de verlener. Voor de derde-belanghebbende is dit een geweldige rechtsaantasting.
Er zijn voorts diverse categorieën van derde-belanghebbenden. Bij woonomgeving zijn dat op de eerste plaats buren, op de tweede plaats buurtorganisaties, op de derde plaats belangenverenigingen zoals milieuorganisaties.
Welstandseisen zijn en waren belangrijk voor deze derde-belanghebbenden.
Met het afschaffen van de eis van een vergunning worden deze partijen aangewezen op de burgerlijke rechter, waarbij in toenemende mate geldt dat slechts schade of onrechtmatige daad (dus civielrechtelijke posities) een rol spelen, in plaats van bestuursrechtelijke posities. Deze laatste rechten zijn de laatste jaren al geweldig aangetast door het invoeren van belanghebbendheid (WRO) en het schier onbetaalbaar maken van procedures.
Wat moeten wij als wijkvereniging straks doen als particuliere eigenaren zich niets aantrekken van wat in de buurt als algemeen aanvaardbaar wordt gezien met betrekking tot de verschijningsvorm van de buurt?
2.
We kunnen ons voorstellen dat bepaalde buurten of categorieën welstandsvrij worden verklaard. Kennelijk is er in 2006 uitgegaan van buurten waarvoor welstandseisen wel van belang waren.
Waarom dat in die buurten nu ineens niet meer van belang is wordt niet gemotiveerd.
Volgens de RIB zouden monumenten en de gebieden Oud Woensel, Centrum, Landelijk Strijp, Stationsgebied, Strijp S, Brainport Avenue en Meerrijk speciale regie nodig hebben zonder aan te geven welke harde instrumenten dan beschikbaar zijn. Ook de keuze voor deze gebieden wordt niet gemotiveerd.
Het moet mogelijk zijn om bepaalde gebieden aan te wijzen en dan aan te geven welke instrumenten daar ingezet worden om wat te bereiken.
Dat kunnen ontwikkelingsgebieden zijn, maar ook bedreigde gebieden of gebieden met een bijzondere structuur.
Het Vonderkwartier is een buurt die daarvoor in aanmerking komt.
3.
Het Vonderkwartier is tot nu toe de enige buurt in Eindhoven waar grootscheepse complexmatige verbetering van particuliere woningen heeft plaats gevonden. Daarmee zijn miljoenen overheidsgelden gemoeid geweest, maar ook miljoenen van eigenaren.
Om een en ander voor eigenaren en de gemeente betaalbaar te maken is toen een constructie verzonnen waarbij eigenaren pas na 15 jaren gemeente-subsidie ontvangen en voor dat deel van de investering 15 jaar rente betalen.
Voorwaarde voor de eigenaren was een streng pakket aan bouwkundige en esthetische eisen om het karakter van de buurt te herstellen en daarna te behouden. Voor die (welstands-)eisen hebben de eigenaren in het algemeen méér moeten betalen voor het opknappen van de woningen dan wanneer die eisen niet gesteld zouden zijn. Daarvoor was indertijd bij de eigenaren-bewoners veel support omdat men het van belang vond om het bouwkundige karakter van de buurt te behouden. De extra eisen hadden bijna uitsluitend betrekking op de gemeenschappelijke elementen (zie verder onder 4.)
Er zijn nu nog behoorlijk wat eigenaren die de subsidie nog niet ontvangen hebben omdat de termijn van 15 jaren nog niet is verstreken.
Voor de eigenaren, die toen extra geïnvesteerd hebben in welstandseisen en de eigenaren die daarna aangekocht hebben is het onaanvaardbaar dat geen welstandseisen meer gelden.
Door de investeringen die toen gedaan zijn, zijn de prijzen van de woningen meer dan gemiddeld gestegen.
4.
Voor het Vonderkwartier zouden we eerder aan uitbreiding van welstandseisen denken dan aan afschaffing of vermindering.
Tijdens de invoering van de gebiedsgerichte welstandseisen hebben we intensief inspraak geleverd. We hebben daarin gepleit voor nog strengere welstandseisen dan toen voorgesteld. Dat was gebaseerd op de eisen die waren verbonden aan het recht op subsidie voor particuliere woningverbetering.
Dat hebben we aangegeven in een brief d.d. 4 december 2007:
De wijzigingen en aanvullingen van WNV1 ten opzichte van WN22 vinden we marginaal, onvoldoende toegespitst op het Vonderkwartier en te weinig relaterend aan de specifieke architectonische en stedenbouwkundige eigenschappen van het Vonderkwartier.
Dit vinden we te meer teleurstellend omdat in de jaren 90 heel veel energie gestoken is in het formuleren van eisen waaraan renovatieplannen zouden moeten voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie op particuliere woningverbetering.
Uiteraard konden aan het verlenen van subsidie verdergaande eisen gesteld worden dan aan het verlenen van bouwvergunning of het toetsen aan bestemmingsplan en welstandscriteria.
Niettemin zouden we u willen verzoeken om te bezien welke eisen redelijkerwijs zijn op te nemen als welstandscriteria.
Het gaat dan met name om:
1.keramische dakpannen
2.schoorstenen handhaven (ook als ze niet meer gebruikt worden)
3.overstekken aan daken en originele dakkapellen
4.dakkapellen voorzijde: oorspronkelijke uitvoering handhaven
5.dakkapellen achterzijde: eenheid per bouwblok
6.oorsponkelijke metselwerkverbanden en -voegwerk
7.elementen zoals balkons, erkers, bloembakken, voortuinmuurtjes e.d.
8.detaillering van kozijnen (per straatwand)
9.voordeuren
10.zinken hemelwaterafvoeren
11.glas-in-lood
12.bakgoten
13.hoekbebouwingen zonder blinde kopgevels en bij voorkeur afwijkende detaillering van kopgevels (eventueel incl. dak).
14.bouwblok-architectuur met
15.handhaven dakhelling en bouwbloksgewijze aanbrenging van rode gebakken pannendaken.
1 WNV = Gebiedsgerichte welstandscriteria Vonderkwartier, concept d.d. 02-05-06.
2 WN2 = Welstandsnota deel 2, objectgerichte criteria, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 april 2004.
Al deze elementen worden niet beschermd door bouwbesluit, bestemmingsplan, monumentenwet, gemeentelijke monumentenverordening, bouwverordening, wet ruimtelijke ordening, woningwet, huisvestingswet, milieuwetgeving, wabo en noem maar op.
En dat is wat wij belangrijk vinden voor het behoud van het karakter van onze buurt.
De gemeente vond echter dat de wijkvereniging onvoldoende heeft gemotiveerd dat de criteria te weinig zijn gerelateerd aan de specifieke en architectonische en stedenbouwkundige eigenschappen van het Vonderkwartier.
Daarmee moesten we het doen. We vonden dat toen een miskenning van onze inspraakbijdrage.
D.
Concluderend verzoeken wij u
– het voorstel Voornemen tot het intrekken van de Welstandnota in te trekken
– de gebiedsgerichte welstandscriteria voor het Vonderkwartier aan te passen conform ons voorstel d.d. 4 december 2007,
– c.q. ten minste het Vonderkwartier aan te merken als gebied met een speciale regie.
Namens het bestuur van de Wijkvereniging
Tom Castenmiller, voorzitter
Leo van Hout, secretaris