Website van de wijkvereniging Vonderkwartier Eindhoven

De doorgaande weg die niet doorging

De huidige infrastructuur van het Vonderkwartier kent een uitgebreide geschiedenis vol met politieke trammelant. In verband met de viering van 25 jaar plein heeft Leo van Hout, gedurende vele jaren secretaris van de wijkvereniging, het verhaal van de vierbaansweg in detail op papier gezet. Hij heeft daarvoor gebruikgemaakt van vele kaarten en schetsen die voor deze weg zijn gemaakt. Ook verslag van de vele buurtbijeenkomsten, raadsvergaderingen en rechtszaken die plaatsvonden tussen 1973 (begin van de plannen) en 1993 (oplevering van het nieuwe plein) komt terug in zijn uitgebreide reportage. Voor de geïnteresseerden zeker een aanrader om dit verhaal rustig te lezen. Voor de lezer met minder tijd volgt hieronder een kort chronologisch overzicht.

Ontwikkelingen op een rij
Begin jaren zeventig ontstond in Nederland, onder invloed van het hoge aantal verkeersdoden (3200 in 1971!), het eerste verzet tegen het oprukkende autoverkeer. Zo ook in het Vonderkwartier..

  • De gemeente probeerde een vierbaansweg aan te leggen dwars door het Vonderkwartier: van de Willemstraat tot de Karel de Grotelaan over de Lodewijk Napoleonlaan – Lodewijk Napoleonplein en Hagenkampweg-Noord. (1973)
  • De buurt kwam daartegen in verzet. Na een kort geding bij de Rechtbank, die de buurt in het gelijk stelde, ging de gemeente in beroep bij het Gerechtshof en in cassatie bij de Hoge Raad. De buurt won. (1975 – 1976)
  • De gemeente maakte een nieuw bestemmingsplan dat alsnog de aanleg van een doorgaande weg mogelijk zou maken. Ook daartegen kwam de buurt in verzet. Na bezwaarschriften aan de gemeenteraad en aan Gedeputeerde staten werd de buurt wederom in het gelijk gesteld. De doorgaande weg was van de baan. (1977- 1981)
  • De buurt ging in overleg met de gemeente(ambtenaren) om een nieuwe stedenbouwkundige invulling te geven aan de “vrijkomende” ruimte. (1983 – 1985)
  • Vanaf 1986 staken diverse onderzoeken en discussiepunten de kop op:o het resultaat van de proefafsluiting van de route Lodewijk Napoleonlaan – Lodewijk Napoleonplein – Hagenkampweg;
    • een onderzoek door de Grontmij om het doorgaand verkeer te beperken;
    • diverse parkeeroplossingen;
    • een plotseling opduikende bodemvervuiling;
    • de inrichting van het plein.
  • In 1990 kon dan toch eindelijk begonnen worden met herinrichting van het plein, alle straten en de realisering van nieuwbouw aan het plein en Hagenkampweg.
  • Het plein is officieel, met veel vertoon, geopend op 22 juni 1993.

 

In 1993 heb ik bij de opening van het plein een Atlas van het Vonderkwartier gepresenteerd.

Het was een verzameling teksten en tekeningen/kaarten in drie delen:
A.De ontwikkeling van Gestel en Strijp van 1550 tot 1993
B.De ontwikkeling van het Vonderkwartier tussen 1920 en 1992
C.De geschiedenis van de geplande doorgaande weg van Willemstraat naar Karel de Grotelaan over Lodewijk Napoleonlaan- Lodewijk Napoleonplein – Hagenkampweg-Noord.

De Atlas is nooit in druk verspreid. De belangstelling was toentertijd te gering en de mogelijkheden van on-line verspreiding waren toen niet aanwezig.
De atlas is wel in .pdf opgenomen in het digitale archief van de Wijkvereniging.
Samenvattingen van delen B en C zijn opgenomen in het boek Vonderkwartier; portret van een 75-jarige wijk (2003).
In verband met het 25-jarig jubileum van het plein heb ik nu de tekst over de doorgaande weg bewerkt en geschikt gemaakt voor publicatie op de website van de wijkvereniging. Met name heb ik de gegevens die ik na 1993 heb verzameld verwerkt.

Ik neem mij voor om de andere delen van de atlas ook hiervoor te bewerken en geschikt te maken.

Leo van Hout
1 mei 2018

 

De doorgaande weg die niet doorging

Eens probeerde de gemeente een vierbaansweg aan te leggen dwars door het Vonderkwartier. Van de Willemstraat tot de Karel de Grotelaan over de Lodewijk Napoleonlaan- Lodewijk Napoleonplein en Hagenkampweg-Noord. (1973)

De buurt kwam daartegen in verzet. Na een kort geding bij de Rechtbank, die de buurt in het gelijk stelde, ging de gemeente in beroep bij het Gerechtshof en in cassatie bij de Hoge Raad. De buurt won. (1975-1976).

De gemeente maakte een nieuw bestemmingsplan dat alsnog de aanleg van een doorgaande weg mogelijk zou maken. Ook daartegen kwam de buurt in verzet. Na bezwaarschriften aan de gemeenteraad en aan Gedeputeerde staten werd de buurt wederom in het gelijk gesteld. De doorgaande weg was van de baan. (1977-1981).

De buurt ging in overleg met de gemeente(-ambtenaren) om een nieuwe stedenbouwkundige invulling te geven aan de “vrijkomende” ruimte. (1983-1985).

Na overeenstemming tussen buurt en ambtenaren begon de politiek opnieuw tegen te liggen.

Na een proefafsluiting van de route Lodewijk Napoleonlaan- Lodewijk Napoleonplein – Hagenkampweg, meningsverschillen tussen de gemeente en de buurt over het resultaat van de proefafsluiting, een onderzoek door de Grontmij om het doorgaand verkeer te beperken, meningsverschillen over parkeeroplossingen, een plotseling opduikende bodemvervuiling, meningsverschillen over de inrichting van het plein, kon toch in 1990 begonnen worden met herinrichting van het plein en alle straten en de realisering van nieuwbouw aan het plein en Hagenkampweg. (1986-1993).

Het plein is officieel met veel vertoon geopend op 22 juni 1993. Dat is inmiddels dus alweer 25 jaar geleden. Dat moet worden gevierd.

1973
De geschiedenis van de doorgaande weg begint in 1973. Vooraf laten we zien hoe de situatie was toen het Vonderkwartier net afgebouwd was (uitgezonderd de uitbreidingen na demping van de Gender).

We hebben hiertoe kaart B 1937uit hoofdstuk B van de Atlas van het Vonderkwartier genomen en aangepast.

Verklaring:

A Gender (In 1949 gerioleerd vanaf de Anna van Engelandstraat)
B  Spoorbaan Eindhoven-Hasselt-Luik (Het is mij niet helemaal duidelijk wanneer deze is afgebroken. (Strijards meldt dat de lijn tot 1973 in gebruik is gebleven. Dat zal dan de omleiding vanaf Geldrop zijn. Het gedeelte tussen station Eindhoven en Geldrop is na circa 1958 niet meer gebruikt en vóór 1971 afgebroken. Over het gedeelte tot aan de Willemstraat is in 1971 de Vonderweg aangelegd).
C  Eliasfabriek
D  Steentjeskerk
E  Woonhuis en Linnenfabriek Olandilla van Kees Beukers. Na zijn overlijden in 1945 heeft het woonhuis annex fabriek leeg gestaan. Later is de fabriek gebruikt als hobbyruimte door een voorloper van de SKVE. Daarna speeltuin.
F  Melkfabriek St. Petrus
G  Gemeentelijk Lyceum Julianastraat
H  Lodewijk Napoleonplein
I  Anna van Engelandstraat
J  Willemstraat
7 Frederika van Pruisenweg
9 Hagenkampweg (Thans Hagenkampweg-Noord)
15 Ambassadeur
19 Willem de Zwijgerstraat
20 Plantsoen
22 Mauritsstraat
28 Strijpse pad. In gebruik door fietsers en voetgangers tot de Lodewijk Napoleonlaan werd doorgetrokken.

 

Op 24 september 1973 behandelt de gemeenteraad van Eindhoven het voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van de derde fase westtangent, gedeelte Elisabethlaan-Karel de Grotelaan.
De tekst van het voorstel is niet aanwezig in het archief van de wijkvereniging. Uit de notulen van de raadsvergadering kunnen we opmaken dat de kosten van de aanleg f 2.900.000,- zouden bedragen en dat het rijk daarvan circa f 1.000.000 zou bijdragen.

Het zou gaan om een 4-baans doorgaande weg over Sint Antoniusstraat-Lodewijk Napoleonlaan-Lodewijk Napoleonplein-Hagenkampweg met als doel met name de werknemers van Philips naar o.a. België aan en af te voeren over een soort by-pass van een andere arm van de westtangent, het reeds gerealiseerde tracé Vonderweg-Mauritsstraat, in welks tracé de kruisingen Mathildelaan-Elisabethlaan (inmiddels opgeheven) en Willemstraat-Westtangent een onvoldoende afwikkelingscapaciteit hadden.
De gemeenteraad maakt geen enkele kanttekening bij het voorgestelde tracé, noch bij het feit dat bij deze doorgaande weg sprake is van strijdigheid met bestemmingsplannen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen met 32 stemmen vóór en één tegen
(4 raadsleden zijn afwezig). Tegenstemmer is mevr. mr. J.M.M. Tielens-de Haan, omdat ze vindt dat er geen prioriteitsafweging heeft plaats gevonden.

Op kaart C1973 is aangegeven welke de bestemmingen waren toen de gemeente met de aanleg begon.
H1. Hoofdrijbaan volgens Wederopbouwplan, Herziening Gebied 11 (1952) H2. Hoofdrijbaan volgens Uitbreidingsplan Hagenkamp (1958) V1. Ventweg volgens Gebied 11 V2. Ventweg volgens Hagenkamp P. Plantsoen volgens beide plannen, B. Bebouwing volgens beide plannen.
In stippellijn (….) is aangegeven de scheiding tussen de plannen Gebied 11 en Hagenkamp, waaruit blijkt dat de bestemmingen niet op elkaar aansloten. De hoofdrijbaan van plan Hagenkamp eindigt in het plantsoen van Gebied 11 en andersom.
Volgens beide plannen is de bebouwing Julianastraat (even nrs.) “wegbestemd” ten behoeve van “plantsoen”. Afbraak van deze panden was dus niet nodig voor aanleg van verkeerswegen. Dat is anders ten aanzien van de Lodewijk Napoleonlaan (oneven nrs). Volgens Gebied 11 zouden deze moeten worden afgebroken ten behoeve van verkeersvoorzieningen. Of dit inderdaad gebeurd zou zijn na realisering van de Hagenkampweg zal altijd een open vraag blijven.
Een raadsel is vooralsnog in welk groter verband Gebied 11 en Hagenkamp geplaatst moeten worden.
Volgens het Algemeen Wederopbouwplan 1948 zou de westtangent lopen van St. Antoniusstraat, via Lodewijk Napoleonlaan, over terrein Beukers naar de Mauritsstraat. De Herziening Gebied 11 (gepubliceerd 1952, vastgesteld door de gemeenteraad 1953), suggereert een tracé vanuit de Lodewijk Napoleonlaan, via de Hagenkampweg naar de Karel de Grotelaan, hetgeen op C1973 goed te zien is. Op de plantekening van Gebied 11 is dat tracé ook aangegeven als toelichting, zij het dat dit buiten het plangebied viel (dus niet opgenomen is in bijgaande tekening C1973).
Blijkens de profielen bij de bestemmingsplannen zouden de hoofdrijbanen 12 meter breed worden, ventwegen 6 meter en plantsoenen 20 tot 40 meter.
In 1953 was de spoorbaan (Bels lijntje naar Hasselt en Luik) nog in gebruik (tot 1973).

1974
Op 2 september 1974 begon men met de werkzaamheden. Althans, dat beweerde de gemeente later in de gerechtelijke procedures. Volgens het wijkcomité was dat veel later.

1975 januari-april
In januari 1975 begon een aantal buurtbewoners zich te organiseren in werkgroepjes met de bedoeling allerlei leefbaarheidsproblemen te bespreken en daarvoor oplossingen te verzinnen. Het ging om sociale contacten, peuteropvang, recreatieve activiteiten en dergelijke. Het waren voornamelijk jongere buurtbewoners, die zich hiermee bezighielden, maar beslist niet louter studenten/kamerbewoners. Met name jonge gezinnen waren de eerste actieven in het Vonderkwartier. Men kon toen nog voor ca. f 60.000 een woning kopen, hetgeen aantrekkelijk was voor startende gezinnen met een goed inkomensperspectief.

A. Parkeren, B. Hoofdrijbaan, C. Fietspad

De combinatie met het feit dat er toen vrij veel woningen te koop werden aangeboden (vergrijzing en omzetten van huur in koop) en de omstandigheden die het Vonderkwartier ook nu nog aantrekkelijk doen zijn (nabijheid centrum, redelijk grote woningen, aantrekkelijke architectuur) zijn een verklaring voor de sterke toename van jonge gezinnen. Veel woningen waren toe aan een opknapbeurt, waardoor ze aantrekkelijk waren voor aankoop door huisjesmelkers en kamerbewoning.

In maart 1975 begonnen deze groepjes zich af te vragen of de aanleg van de weg wel zo gunstig was. Nadat duidelijk werd waartoe de werkzaamheden zouden leiden (een vierbaans verkeersweg dwars door de buurt) begon men zich af te vragen welk recht de gemeente had om dit werk uit te voeren.

Begin 1975 waren de werkzaamheden met betrekking tot de aanleg van de Hagenkamp-route ver gevorderd. Kaart C1974 geeft aan waartoe de in 1974 begonnen werkzaamheden moesten leiden. Het archief van de Wijkvereniging Vonderkwartier beschikt niet over een (bestek)tekening van de uit voeren werkzaamheden. Wat het had moeten worden kunnen we echter gemakkelijk reconstrueren uit huisnummerkaarten, die de gemeente beschikbaar stelde. Van 1974 tot 1988 was daarop steeds netjes ingetekend hoe het Hagenkamp-tracé had moeten worden. Ook toen gerechtelijke instanties en bestuursorganen de buurt in het gelijk stelden, bleef de gemeente huisnummerkaarten publiceren met daarin opgenomen de plannen van 1973, die ze niet mocht uitvoeren.

Op kaart C1974A is aangegeven welke werkzaamheden in strijd waren met toen vigerende bestemmingsplannen.
Het gearceerde gedeelte geeft dit aan.
Enerzijds is er sprake van gebruik van de bestemming “plantsoen” ten behoeve van “openbare weg”. Dat heb ik als strijdig gebruik geïnterpreteerd. Anderzijds is op een strookje met bestemming “openbare weg” een parkeervoorziening ontworpen. Ik heb dit niet als strijdig gebruik aangemerkt.

In het proces dat het wijkcomité voerde tegen de gemeente werd door de gemeente o.a. aangevoerd dat de afwijking van het bestemmingsplan (het strijdig gebruik) marginaal was. Bijgaande tekening toont aan dat dit strijdig gebruik beslist niet marginaal genoemd mag worden, hetgeen de rechters ook bevestigden.

Het verslag van de eerste vergadering van het buurtcomité 

in oprichting (9 januari 1975) vermeldt dat er een handtekeningenactie is geweest tegen de aanleg van de vierbaansweg, zonder succes. De vergadering geeft “opdracht” aan Rob Bouterse en Anton van den Heuvel om bij de gemeente-informatie in te winnen omtrent de plannen. 

In een rapportage hierover (ongedateerd) merken ze op dat inzage bij de gemeente niet is gelukt. Wel is de bouwkeet van de uitvoerder bezocht en daar is inzage verkregen in de tekeningen. 

Anton van den Heuvel maakt daarvan een tekening, die op de tweede buurtvergadering op 23 januari wordt getoond. Het verslag vermeldt niet wat er vervolgens wordt besloten. Ook is er een tekening in bezit gekomen, die niet meer in het archief van de wijkvereniging is, maar wel te zien is op een vergadering van comité en/of werkgroep. (Zie tekening).

Op 12 maart is er sprake van de eerste algemene wijkvergadering. Het verslag vermeldt dat er ongerustheid bestaat over de wegaanleg. Ger Martens heeft geconstateerd dat de plannen in strijd zijn met vigerende bestemmingsplannen. Er wordt een werkgroep ruimtelijke ordening ingesteld, waarvoor zich 11 personen opgeven. Contactpersoon is Gerard de Laat. De werkgroep gaat voortvarend te werk en vergadert op 14, 16, 20 en 27 maart en 1 april. Men besluit aan een buurtvergadering op 2 april voor te stellen om een spoedbrief te sturen aan de gemeenteraad, waarin de gemeente wordt gesommeerd de werkzaamheden stop te zetten in afwachting van een later in te dienen bezwaarschrift. Voorts besluit men een persconferentie te geven op 7 april.

In de uitnodiging voor de buurtvergadering wordt vermeld dat de doorgaande weg is bedoeld om verkeer van industrieterreinen beter af te wikkelen naar Veldhoven en Aalst-Waalre en mettertijd zal aansluiten op de Bayeuxlaan. Omdat Aalst-Waalre en Valkenswaard tegen de aansluiting op de Bayeuxlaan zijn, wordt nu slechts het gedeelte tot aan Karel de Grotelaan aangelegd. De bezwaren van de werkgroep zijn -kort samengevat- onveiligheid en verdere versnippering van de buurt en isolatie van het centrum.

Tijdens de buurtvergadering wordt uitgebreid voorlichting gegeven over de plannen en de gevolgen ervan. Door Thom Aussems wordt aangegeven wat ongeveer de tekst van de sommatiebrief en het in te dienen bezwaarschrift/verzoekschrift zal inhouden. De buurtvergadering gaat daarmee akkoord; 116 van de 121 aanwezigen stemmen vóór. Van deze vergadering zijn slechts aantekeningen bekend, geen uitgeschreven verslag.

De sommatiebrief wordt op 3 april aan de gemeenteraad gestuurd. Ondertekenaars zijn R.C.M. Bouterse (Rob), S.M.A.M. Wouters (Servaes) en A.P.J. van Buul (Toon). Omdat het buurtcomité en de werkgroep geen bevoegdheid hebben om te procederen wordt gekozen voor ondertekening door drie eigenaren-bewoners als zijnde duidelijk belanghebbenden.

1975 april

Op 4 april wordt een bezwaarschrift/verzoekschrift aan de gemeenteraad opgesteld en ondertekend door Thom Aussems mede namens 529 bewoners die de inhoud onderschrijven vermeld in een bijlage met namen en handtekeningen. Het bezwaarschrift voert aan dat het plan in strijd is met de intenties, bestemmingen en profielen van vigerende bestemmingsplannen.

Januari 1975 Begin werkzaamheden aanleg doorgaande weg (Lod. Napoleonplein)

Tevens in strijd met de bedoelingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), die voorschrijft dat gebruik van bestemmingen moet geschieden conform een onherroepelijk bestemmingsplan (of een anticipatie daarop via een procedure ex art. 19 WRO) en dat dan eenieder bezwaar moet kunnen maken tegen voorgestelde bestemmingsplannen. Ten overvloede wordt vastgesteld dat de gemeente geen rijksbijdrage kan verwerven op uitvoering van werkzaamheden zonder dat een geldig bestemmingsplan daartoe bestaat, hetgeen in casu het geval is. Voorts dat er geen andere gemeentelijke – of agglomeratieplannen bestaan waarin aanleg van deze weg gemotiveerd zou kunnen zijn. Gevraagd wordt uiterlijk 14 dagen na de aanstaande gemeenteraadsvergadering van 7 april een antwoord te formuleren, zo niet zou gebruikt gemaakt worden van rechtsmiddelen.
Op 7 april nemen 60 bewoners van het Vonderkwartier (met spandoeken) tijdens de raadsvergadering de totale publieke tribune in beslag. Volgens het Eindhovens Dagblad werd door burgemeester van der Lee de vergadering geschorst om de publieke tribune te ontruimen nadat deze het ongenoegen geuit had met de inhoud van het debat. Dat was echter niet het geval en het Eindhovens Dagblad rectificeerde dit de dag erop.
Mevrouw Houben van het CDA had het initiatief genomen om een agendapunt toe te voegen, namelijk de brieven van het Comité Vonderkwartier. Op zich al vrij uniek. Het Comité kreeg ook toestemming om de discussie op tape op te nemen. Of dit ook gebeurd is en zo ja, waar deze opname gebleven is, is niet bekend.
Wethouder van Elk stelt voor de brieven te behandelen in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening, verkeer en grondzaken. Daarna kan met een bewonersdelegatie van gedachten worden gewisseld over de wensen ten aanzien van de groenvoorziening en de oversteekmogelijkheden. Volgens de wethouder valt het plan binnen de ruimte van de bestemmingsplannen – er hoeft zelfs niet gesloopt te worden – en voorts zijn de vigerende bestemmingsplannen slechts bedoeld om te dienen als toetsingskader voor het verlenen van bouwvergunningen en niet voor de onderhavige werken. Het college van b. en w. wil daarom niet dat het werk wordt stopgezet. Komt nog bij dat er reeds opdracht gegeven is en dat bij stopzetting schadevergoeding aan de aannemer nodig zal zijn. Hoeveel wordt niet genoemd (en wordt ook niet gevraagd).
Vervolgens vraagt het CDA of het de bedoeling is de weg door te trekken naar de Bayeuxlaan, maar is het eens met de wethouder. Het PK pleit voor stopzetting van het werk en overleg met de bewoners. De VVD en de fractie van der Voort (KD) willen overleg met de bewoners.
In tweede termijn verklaart wethouder van Elk dat voor doortrekking naar de Bayeuxlaan aanvullende besluitvorming nodig is. Hij zegt dat er volgens de huidige inzichten een nieuw bestemmingsplan zou worden gemaakt maar, gezien de mogelijke schadeclaim van de aannemer, kan niet gestopt worden met het werk.
D66 dient een motie in luidende: “De raad van de gemeente Eindhoven, in vergadering bijeen op 7 april 1975, vraagt burgemeester en wethouders hangend het onderzoek de werkzaamheden aan de ombouw van de derde fase van de westtangent te temporiseren en gaat over tot de orde van de dag”. De motie was mede-ondertekend door de fractie van der Voort (KD) en de VVD. Het CDA wil wel akkoord gaan als het wordt “naar vermogen te temporiseren”
Bij de afweging van “naar vermogen” moet meewegen de eventuele schade die wordt geleden als het werk wordt getemporiseerd,

Er is een meerderheid voor deze motie, maar na een schorsing van de vergadering, verklaart het college van b. en w. de motie te ontraden wegens onuitvoerbaarheid. In plaats daarvan wil de wethouder contact opnemen met de aannemer om te bezien of en hoe er getemporiseerd kan worden tot de gemeenteraadsvergadering van eind april, waarin de ontwikkelingsschets besproken wordt.

7 april 1975 Vergadering Gemeenteraad

Dan ontstaat meer inzicht in de financiële consequenties van temporisering. Tot die tijd zal overleg volgen met een bewonersdelegatie over de wensen tot aanpassing.
Vervolgens wordt de motie ingetrokken. Resultaat voor de buurt: geen.

Diezelfde avond wordt in een buurtvergadering door 42 bewoners besloten dat uitvoering gegeven moet worden aan het besluit aangekondigd in het bezwaarschrift, namelijk het aanwenden van rechtsmiddelen en wel door het aanspannen van een kort geding bij de rechtbank. Een aantal bewoners stelt zich garant voor de kosten van een juridische procedure. Dit wordt op 8 april aan de buurt meegedeeld in een pamflet.
Op 9 april ontvangt de “actiegroep “Vonderkwartier” een uitnodiging van de wethouder voor een discussie met de raadscommissie ROVG. Daarin wordt nog eens duidelijk gemaakt dat slechts discussie mogelijk is over “wensen, waarmede bij de verwezenlijking van de verkeersvoorziening als bedoeld in het raadsbesluit van 24 september 1973 rekening gehouden zou kunnen worden”. Voorts lijkt het de wethouder voor een goede gedachtenwisseling wenselijk dat er niet meer dan 10 personen deel zullen uitmaken van de deputatie. Op 10 april antwoordt de werkgroep RO niet in te gaan op de uitnodiging van wethouder van Elk om te gaan praten over slechts groenvoorzieningen en oversteekmogelijkheden. Ook besluit men niet present te zijn op de vergadering van de raadscommissie voor ruimtelijke ordening, verkeer en grondzaken op 14 april, omdat de raadscommissie zonder overleg op 11 april de procedure zal vaststellen en omdat men vindt dat de wethouder, als voorzitter van de commissievergadering, niet onpartijdig is.

De inmiddels door het wijkcomité aangetrokken advocaat Sandberg formuleert op 10 april een eis aan de gemeente en dreigt met een kort geding. Hierop besluit het college van b. en w. “vrijwillig” de werkzaamheden op te schorten, maar wenst niet af te zien van de plannen, waarop de gemeente wordt gedagvaard in kort geding voor de rechtbank in Den Bosch.
Eisers zijn Thom Aussems, Josephina de Wit, Ger Martens, Toon van Buul, Servaes Wouters en Jan van Nahuis, procureur Mr. C.M. van Leeuwen, advocaat Jhr. Mr. Th. Sandberg namens de buurt; gedaagde de Gemeente Eindhoven, procureur Mr. G.A.M. Depla. Drie van de eisers zijn huurder en 3 eigenaar-bewoner.
De eis is onverwijld iedere inbreuk op het bestemmingsplan Hagenkamp te beëindigen, en met name de werkzaamheden tot verbreding van de Hagenkampweg, het Lodewijk Napoleonplein, de Lodewijk Napoleonlaan en de Sint Antoniusstraat, voor zover daarbij de bij het vigerende plan behorende profielen worden overschreden, op te schorten totdat, met inachtneming van de bepalingen der wet, het bestemmingsplan is aangepast of voor anticipatie op een toekomstige wijziging de wettelijk voorgeschreven toestemming van hogere overheden is verkregen.
De eisers voeren aan dat door het werk de buurt in tweeën wordt verdeeld, de bestemmingen plantsoen en ventweg illusoir worden en dat de gemeente onrechtmatig handelt door gronden in gebruik te nemen strijdig met de bestemming.

Het verweer van de gemeente stelt dat het de gemeente in beginsel vrij staat om in dit geval af te wijken van vigerende bestemmingen, dat er geen sprake is van strijdig gebruik, omdat strijdig gebruik pas bestaat als de werkzaamheden zijn afgerond, dat het slechts het ombouwen van een bestaande weg is, dat er geen spoedeisend belang is (dus geen aanleiding voor een kort geding), dat het belang van de gemeente groter is dan het belang van de eisers, dat de opdracht tot het uitvoeren van de onderhavige werken kan worden beschouwd als het verlenen van vrijstelling van het strijdig gebruik krachtens artikel 352.4 van de Bouwverordening.

Op 28 april 1975 vonnist de president van de rechtbank mr. M.P.J.A. Cremers: Door aanleg van de weg wijzigt de gemeente in feite onherroepelijk de vigerende bestemmingsplannen, terwijl de bewoners er aanspraak op kunnen maken dat de wijziging plaats vindt binnen de procedure van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Daardoor worden eisers in hun belangen geschaad hetgeen een onrechtmatige daad is. Het besluit van de gemeenteraad tot het verlenen van een krediet voor de aanleg kan niet worden aangemerkt als het verlenen van vrijstelling. Overigens vinden b. en w. dat vrijstelling niet nodig is.
De eisers hebben wel een spoedeisend belang. Bij voortzetting van de werken zou een situatie ontstaan die een verslechterd woongenot oplevert dan bij realisering van de vigerende bestemmingen. Het feit dat de eisers pas zo laat in actie gekomen zijn kan hen niet worden verweten, gezien de complexiteit van de zaak. Het verslechterd woongenot zal tijdens de zitting zijn opgevoerd, het stond niet in de eisen.
In het verweer van de gemeente is niet aangevoerd dat voortzetting van het werk geboden was om schade voor de gemeente te voorkomen. Kennelijk is dit ter terechtzitting aangevoerd door de gemeente. Het vonnis zegt erover dat die mogelijke schadeclaim in de raadsvergadering van 7 april vrijwel het enige argument was om de werkzaamheden niet op te schorten. Voorts dat niet duidelijk is in welke orde van grootte die schadeclaim zou liggen. Ook niet wat de verhouding zou zijn tussen uitvoering van het bestemmingsplan en uitvoering van de onderhavige werkzaamheden en of de gemeente dit heeft uitgerekend, hetgeen toch geboden zou zijn als besloten wordt af te wijken van bestemmingen. Het aanbod van de gemeente om met de buurt te discussiëren over aanpassingen zijn niet van belang omdat deze niet de kern van de bezwaren vormen.

De vordering van de eisers is (in principe) voor toewijzing vatbaar en de gemeente moet ¾ van de kosten van dit kort geding betalen zijnde f 420,75 Deze uitspraak kreeg brede publiciteit en het wijkcomité vierde een eerste feestje.

Op 29 april reeds stuurt het wijkcomité een brief naar de gemeenteraad met het verzoek alsnog te reageren op het bezwaarschrift van 4 april en voorts om uitvoering te geven aan het vigerend bestemmingsplan, echter zonder woningen te slopen. Het Eindhovens Dagblad meldt dezelfde dag al dat wethouder van Elk verwacht dat de gemeente in hoger beroep gaat.
Op 1 mei laat de gemeente in een informatiebulletin weten dat ze in beroep gaat bij het Gerechtshof en dat bestudeerd wordt op welke wijze voorlopige voorzieningen kunnen worden getroffen. De beslissing om in beroep te gaan zou mede zijn geadviseerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, omdat het gewenst zou zijn om jurisprudentie uit te lokken omtrent de overgangsregeling met betrekking tot bestemmingsbepalingen van Woningwet 1901 naar Wet op de Ruimtelijke Ordening 1964.

1975 mei-november

Op 2 mei krijgt Thom Aussems de rekening ad f 4849,70 gepresenteerd van Schaap en Partners (advocaat Sandberg). In een pamflet roept het wijkcomité de bewoners op om een financiële bijdrage te leveren aan het steunfonds dat is ingesteld om de proceskosten te betalen.
Het Eindhovens Dagblad van 7 mei meldt dat de aannemer (Koninklijke Wegenbouwmaatschappij NV) geen schadeclaim zal indienen omdat contractueel is vastgelegd dat de gemeente steeds betaalt als 5% van het werk is uitgevoerd. Tevens meldt het ED dat het beroep dient op 27 mei en dat de gemeente eist vernietiging van het vonnis van de rechtbank en niet ontvankelijk verklaren van het Vonderkwartier. De gemeente vindt ook dat het Vonderkwartier alle proceskosten moet betalen.
In het weekeinde van 30 mei t/m 1 juni is er een driedaagse manifestatie in het Vonderkwartier. Doel: bevorderen van het onderlinge contact tussen de bewoners, informeren over de activiteiten van de werkgroepen en geld ophalen voor de proceskosten. Burgemeester van der Lee was uitgenodigd om de manifestatie te openen,maar hij liet schriftelijk weten dat hem dat niet juist leek hangende het geschil. De opbrengst is méér dan f 7000. Begin augustus 1975 bereikt de gemeente overeenstemming met het wijkcomité over tijdelijke maatregelen om het tracé tijdelijk te herinrichten. In september blijkt dat er eigenlijk alleen voor gezorgd is dat de bouwmaterialen zijn opgeruimd en dat het verkeer er weer door kan, maar andere afgesproken werken o.a. met betrekking tot groen zijn niet nagekomen.

Na een eerste zitting van het Gerechtshof op 27 mei wordt de gemeente in de gelegenheid gesteld binnen 14 dagen haar verweer te beargumenteren. Volgens het Eindhovens Dagblad zou er sprake zijn van komend overleg tussen de partijen om nader tot elkaar te komen. Advocaat Sandberg zou hiertoe initiatief willen nemen.
Eind september begint de gemeente met het herstraten van de Amalia van Anhaltstraat en Willem Frisostraat. Dat blijkt een onderdeel te zijn van een herstratingsplan voor de hele buurt. Wederom gebeurt dit zonder enig overleg met de buurt(organisatie). Op 2 oktober reageert het wijkcomité met het verzoek aan de gemeenteraadscommissie ROVG om uitstel van de herstratingen tot januari 1976 om de bewoners de gelegenheid te geven de plannen met betrekking tot hun straat te bediscussiëren. De ambtenaren die zijn belast met de uitvoering zijn bereid om de werkzaamheden één dag op te schorten. Diezelfde dag laat de Dienst Stadsontwikkeling weten dat de werkzaamheden kunnen worden uitgesteld. Er begint dus beweging te komen in de relatie met de gemeente.
Op 30 september vindt een inhoudelijke zitting plaats van het Gerechtshof inzake het beroep van de Gemeente.
Op 5 november krijgt het wijkcomité een telefoontje van advocaat Sandberg, dat het Gerechtshof de gemeente ongelijk heeft gegeven in het hoger beroep.
De gemeente en het wijkcomité reageren met de bereidheid om overleg te gaan plegen over een nieuw bestemmingsplan voor de weg. Wethouder van Elk maakte volgens het Eindhovens Dagblad van 7 november wel het voorbehoud van het eventueel in cassatie gaan bij de Hoge Raad, omdat de gemeenten in Nederland grote behoefte zouden hebben aan duidelijkheid over welke marges bestemmingsplannen hebben om kleine afwijkingen te plegen bij de uitvoering.
Op 12 november viert de buurt feest, maar er is ook nog gelegenheid voor het formuleren van voorwaarden voor het overleg met de gemeente over de nieuwe Hagenkampweg-route. De voorwaarden waren: het overleg gaat over het bestemmingsplan, de eerder toegezegde tijdelijke maatregelen moeten worden uitgevoerd en het Vonderkwartier moet een woonwijk blijven.

Volgens het Eindhovens Dagblad van 15 november waren er nog meer eisen: vergoeding van de kosten van de gerechtelijke procedures, het beschikbaar stellen van de leegkomende barakken aan de Jan de Oudestraat, het garanderen dat het Lodewijk Napoleonplein een pleinfunctie behoudt en dat er geen woningen of winkels gesloopt worden.

In november en december verschijnen enkele ingezonden stukken en commentaren in het Eindhovens Dagblad waarin afstand genomen wordt van de activiteiten van het wijkcomité in de zaak doorgaande weg, veelal ingegeven door de lange duur van de procedures en de onbeschrijfelijke puinhoop in de buurt.

Eind november is er een gesprek tussen wijkcomité en de wethouders van Elk en de Kok. Besproken wordt een variant van het Hagenkampweg-tracé, waarbij de breedte is teruggebracht van 14 meter naar 7 meter en wordt voorzien van ventwegen. Dit komt dus een eind in de buurt van de wensen van het wijkcomité. Ook wordt door de wethouders toegezegd dat het Eliasterrein een woonfunctie krijgt, dat de sluiproute Julianastraat wordt aangepakt en dat een onkostenvergoeding voor het wijkcomité besproken zal worden in het college van b. en w. Op 28 november ontvangt het wijkcomité een schets voor een alternatief (C1975).
Hierin is het idee van een vierbaans-weg verlaten. In de plaats daarvan komt een tweebaans-weg (F) met ventwegen (G) en fietspaden (H). Slechts ter hoogte van de F. van Pruisenweg (A) (met in- en uitvoegstroken) en de S. van Wurtemberglaan (B) kan het buurtverkeer aansluiten op de hoofdrijbaan. Ter hoogte van de A. Paulownastraat in één richting (C). Op twee plaatsen zijn er daarenboven aan-takkingen voor fietsverkeer: A. van Anhaltstraat, richting Vonderweg (D) en W. de Zwijgerstraat (E). Het is duidelijk een ontwerp voor een doorgaande hoofdverkeersweg en duidelijk niet een buurtontsluitingsweg.

Het is niet duidelijk waarom de gemeente met een dergelijk voorstel komt. Op 16 december besluit de gemeente in cassatie te gaan. Men wil dus het oorspronkelijke plan het liefste doorzetten. Verder zou ook deze weg niet volgens de toen bestaande bestemmingsplannen kunnen worden aangelegd.

1976
Gezien het voorgaande komt het besluit van de gemeente om toch cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad als een donderslag bij heldere hemel. De gemeente wil principieel haar gelijk halen ook in het belang van andere gemeenten. Het overleg over alternatieve tracés blijft voortgaan.

Op 10 november 1975 had de werkgroep ruimtelijke ordening van het wijkcomité een drietal alternatieve plannen ontworpen. Het waren een soort verkeerscirculatieplannen voor auto- en fietsverkeer.

Variant I (Kaart C1976A)
kwam het meest overeen met het geldende bestemmingsplan Hagenkamp: een hoofdverkeersroute van Vonderweg tot Karel de Grotelaan, geen autoverkeer (alleen fietsverkeer) tussen plein en Willemstraat over de Lodewijk Napoleonlaan, ontsluiting van Vonderkwartier west op een buurtverzamelweg aan de westzijde van de Hagenkampweg, fietsverbinding naar W. de Zwijgerstraat.

Variant ll: (Kaart C19768)
Hoofdroute van Willemstraat naar Karel de Grotelaan (geen verbinding met Vonderweg), overigens hetzelfde als variant l.

Variant lll (Kaart C1976C).
was een buurtvezamelweg. Deze laatste variant werd door het wijkcomité voozien van het predíkaat “moeiÍijk haalbaar”.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1976 januari-mei

Op 9 januari presenteert het wijkcomité het tracévoorstel van de gemeente en drie varianten van het wijkcomité. Bewoners kunnen schriftelijk reageren. Op 5 februari wordt de uitslag gepresenteerd: van de 332 reacties kiezen er 23 voor het plan van de gemeente, 98 voor plan 1 van het wijkcomité (afbuiging naar Vonderweg), 124 voor plan 2 (afbuiging naar Lodewijk Napoleonplein), 87 voor plan 3 (geen hoofdrijbaan).

Deze uitslag wordt voorgelegd aan een buurtvergadering op 14 januari met een aangepaste variant van het plan van de gemeente (C1976D). Met name waren hierin de in- en uitvoegstroken vervallen.

Ongeveer de helft is voor variant III, (men deelt niet de opvatting van het wijkcomité dat afzien van een doorgaande weg “moeilijk haalbaar” zou zijn). Het gemeentevoorstel kan slechts rekenen op 7% van de stemmen. De rest van de aanwezigen is voor een combinatie van I en II.

Op 5 mei laat het wijkcomité aan b. en w. en de gemeenteraad weten dat het niet juist is als de bewoners van het Vonderkwartier zouden moeten opdraaien voor de kosten van de gerechtelijke procedures als de gemeente in het algemeen belang en het belang van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wil procederen.
Door de bewoners is reeds f 12000 bijeengebracht.

Op 21 mei doet de Hoge Raad uitspraak. De raad volgt het vonnis van het gerechtshof. Overigens met verfijning van de overwegingen en argumenten.
En weer is er feest in het Vonderkwartier.

Op 10 juni stuurt het advocatenkantoor de Brauw en Helbach een factuur ad f 9673,00 voor juridische ondersteuning bij het cassatie-proces.
Op 16 juni stuurt het advocatenkantoor Schaap en Partners een factuur ad f 8566,52 voor juridische ondersteuning bij het beroep bij het Gerechtshof.

Begin februari 1976 wordt uit varianten I en II een nieuwe variant ontwikkeld. (Kaart C1976E). Deze nieuwe variant wordt samen met de oorspronkelijke variant III weer via een enquête aan de buurt gepresenteerd. Op 11 februari vindt er weer een buurtvergadering plaats. Daar blijkt dat een grote meerderheid van de bewoners duidelijk voor variant III kiest: geen doorgaande weg, wel een buurtverzamelweg. Het plan dat uiteindelijk na deze procedure als buurtplan wordt gepresenteerd (Kaart C1976F) is zo simpel dat uitleg niet nodig is.

Op 3 juni wordt een buurtavond gehouden, waarop wethouder de Kok (opvolger van van Elk) met de buurt in discussie zal gaan over de verkeersplannen.

De uitspraak van de Hoge Raad hield slechts in dat de gemeente niet mocht handelen in strijd met haar eigen bestemmingsplan. Als de gemeente dus een nieuw bestemmingsplan zou maken, op basis waarvan de aanleg van de weg wel legaal kon worden uitgevoerd, zou ze alsnog haar zin krijgen. Het zou dan geen vierbaans-weg worden, want de gemeente had inmiddels al een alternatief met een twee-baansweg ontworpen (zie C1976D), maar wel een hoofdverkeersweg met een doorgaande functie. De moeilijkheid was echter dat een bestemmingsplan dat dit zou moeten regelen in een breder verband geplaatst moest worden. Daar werd onmiddellijk werk van gemaakt.

In 1976 verschijnt een concept voor een stedelijk Verkeerscirculatieplan. In 1977 verschijnen de nota’s De stedenbouwkundige verschijningsvorm van Gestel-Strijp binnen, Aanpak Gestel-Strijp binnen de rondweg en Wegenstructuur van Gestel-Strijp. Daarin wordt de route Lodewijk Napoleonlaan-Lodewijk Napoleoplein-Hagenkampweg in de hoofdwegenstructuur opgenomen. Uiteraard met een vracht aan gegevens en cijfers die de noodzaak van de aanleg van deze doorgaande weg moeten aantonen.

Het effect is dat naast de Wijkvereniging Vonderkwartier nog veel meer buurtorganisaties (Philipsdorp ’t Schoot, Hagenkamp-oost en Palingstraat) gemobiliseerd worden.

Ook verschijnen nog de nota”s Aanbevelingen voor het centrumgebied en voorstellen voor de aanleg van de oost-tangent. Hierop worden weer organisaties uit Boschdijk noord, Boschdijk oost, Lakerlopen, Iriswijk, Rochusbuurt en Gabriel Metsulaan gemobiliseerd. De buurtorganisaties brengen in 1978 het bekende Zwartboek Stedelijk Overleg uit. Hierin wordt ook aandacht besteed aan de Hagenkampweg-kwestie.

Het gezamenlijk verzet van deze organisaties mag echter niet verhinderen dat de gemeenteraad alle voorstellen en plannen goedkeurt. Alleen de oost-tangent moet door de gemeente in de ijskast gezet worden, omdat minister Smit-Kroes er niets voor voelt om daarvoor ook maar één cent bij te dragen (gevraagd was 40 miljoen, terwijl het hele plan op 95 miljoen was geraamd).

Inmiddels heeft de gemeenteraad op 28 februari 1977 besloten om aan het buurtcomité/wijkvereniging f 14770,60 te vergoeden voor gemaakte proceskosten.

Het raadsvoorstel over de wegenstructuur Gestel-Strijp (april 1977) stelt dat voor betere afwikkeling van het doorgaande verkeer in Gestel en Strijp 3 speciaal daarvoor ingerichte doorgaande verbindingen nodig zijn, waarvan één dubbelbaans en twee enkelbaans. Als dubbelbaans fungeert al de Karel de Grotelaan. Als enkelbaans moet Noord-Brabantlaan-Cederlaan-Kastanjelaan-Frederiklaan gaan dienen in het noordelijk gebied en (verlengde) Beemdstraat ter ontsluiting van de Hurk in het middengebied. En voorts: Gezien de problemen, die zich in toenemende mate zullen voordoen op de kruispunten in de westtangent o.m. als gevolg van het gebruik van deze verbinding door twee tegengestelde verkeersstromen, ligt het voor de hand een verbinding tot stand te brengen die parallel aan de westtangent loopt en die het tracé Kastanjelaan/Frederiklaan verbindt met de Karel de Grotelaan. Hiervoor komt in aanmerking het tracé Hagenkampweg/Lod. Napoleonlaan. En verderop: De relatie tussen de stadsdelen Strijp en Gestel onderling kan worden verduidelijkt door gebruikmaking van de Willem de Rijkelaan, die door zijn ligging halverwege tussen de rondweg en de westtangent als een goede dwarsverbinding, uitsluitend tussen deze stadsdelen, kan worden beschouwd.
Het is nooit iemand opgevallen dat hiermee dus in feite wordt voorgesteld één dubbelbaans en drie enkelbaans doorgaande routes in te richten, waarbij de Hagenkampwegroute er een beetje met de haren lijkt bijgesleept.

Ook niet tijdens het uitgebreide debat in de gemeenteraad op 31 oktober. Door Vrolijk (PSP), Jongeneel (PvdA) en van der Veen (D’66) wordt een viertal amendementen voorgesteld, waarvan één met betrekking tot de Hagenkampwegroute: Burgemeester en Wethouders op te dragen bij de nadere uitwerking van deze nota te bewerkstelligen, dat de aansluiting Hagenkampweg-Karel de Grotelaan door middel van verkeersvoozieningen zodanig geschiedt dat de Hagenkampweg verkeersluw wordt en met betrekking tot de (verlengde Beemdstraat): Burgemeester en wethouders op te dragen bij de nadere planontwikkeling er zorg voor te dragen dat de eventueel te verlengen Beemdstraat uitsluitend zal functioneren als buurtontsluitingsweg en niet als doorgaande weg en dat er derhalve geen rechtstreekse aansluiting plaatsvindt van de verlengde Beemdstraat op de rondweg, maar eventueel wel op de ventweg van de rondweg.
Na een schorsing deelt wethouder de Kok mee dat b. en w. Het amendement ten aanzien van de Hagenkampweg gewijzigd zouden willen overnemen indien dat de Hagenkampweg verkeersluw wordt wordt vervangen door dat een belasting, gelijkwaardig aan die van de Mecklenburgstraat, tot stand komt. Dit gewijzigde amendement wordt aangenomen, nadat het ongewijzigde amendement wordt verworpen.
Het amendement met betrekking tot de (verlengde) Beemdstraat wil het college overnemen en het wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Dat betekent dat de Beemdstraat wel mag aansluiten op de zuidelijke ventweg van de rondweg en de Verlengde Beemdstraat op de noordelijke ventweg maar er niet overheen, dus geen kruising.
Na de uitspraak van de gemeenteraad wil de gemeente de bewonersorganisaties betrekken in de inspraak rond de nota Gestel-Strijp, die vooral stedenbouwkundige knelpunten beoogt op te lossen, maar dan binnen het kader van de vastgestelde wegenstructuur. De wijkvereniging Vonderkwartier bedankt voor de eer.

Toen de werkzaamheden op 10 april 1975 werden stopgezet was de aanleg gevorderd tot het plein (vanaf de Karel de Grotelaan). Zij het dat de deklaag asfalt nog nergens was aangebracht. Daarna bleef tot juni 1975 alles liggen zoals het door de aannemer achtergelaten was. Het was een onbeschrijfelijke puinhoop en er kon uiteraard nauwelijks gebruik gemaakt worden van de wegen. In de loop van 1975 werd het bouwmateriaal verwijderd, maar verder bleef alles in dezelfde toestand. Voor de Hagenkampweg zelfs tot 1991.

Het plein werd echter in het voorjaar van 1978 provisorisch opgeknapt. (C1978). Er kwam een rij van rood-witte schrikhekken (A) en een groot deel van het plein werd ingericht als speelterrein (B) met toestellen. Ten zuiden daarvan ontstond een braakliggend stuk grond, waar nog jarenlang de trottoirbanden van de aan te leggen weg zichtbaar waren, tot ze in een nacht in 1990 door de wijkvereniging verplaatst werden naar de verbinding tussen W. de Zwijgerstraat en Hagenkampweg, omdat de gemeente weigerde de paaltjes die het autoverkeer moesten tegen houden terug te plaatsen, nadat ze voor een strooibeurt waren verwijderd. De afsluiting voor autoverkeer was in 1977 aangebracht na acties van omwonenden en de wijkvereniging. De Julianastraat en Willem de Zwijgerstraat werden toen veelvuldig gebruikt door sluipverkeer tussen Karel de Grotelaan en Von-derweg, omdat het kruispunt Mecklenburgstraat/Mauritsstraat onvoldoende capaciteit had. (C).

Het plantsoen tussen Julianastraat en Hagenkampweg bleef in stand, maar dat was altijd al de bedoeling. (D).

1979
Op 9 maart 1979 maakt de gemeente bekend dat het ontwerp-bestemmingsplan XIII Hagenkamp ter inzage ligt. (Van 26.3.1979 t/m 25.4.1979). Dit plan zou de grondslag moeten vormen voor aanleg van de Hagenkampweg, zoals de gemeente die al in 1976 had gepresenteerd (Zie C1976D). De toelichtende tekening behorende bij het plan was exact hetzelfde.
De wijkvereniging was daar al maanden van op de hoogte en reageert al op 12 maart met een bezwaar. Op 22 april wordt een (24 blz. tellend) uitgebreid bezwaarschrift ingediend, ondertekend door 8 leden van bestuur en werkgroepen, op 25 april gevolgd door 480 bezwaarschriften van bewoners. De gronden voor het bezwaar zijn aantasting van het woongenot, strijdigheid met beleidsuitgangspunten, te globale aanduiding van “openbare weg”, het bestemmingsplan voldoet niet aan de vereisten genoemd in de wet en het besluit op de ruimtelijke ordening, niet voldoen aan inspraakregels, noodzaak van doorgaand vereer is niet aangetoond, onvoldoende belangenafweging en onvoldoende toelichting.
Op 26 november behandelt de gemeenteraad het voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan XIII Hagenkamp. Er wordt uitgebreid gediscussieerd over de functie van de ringweg (toen nog rondweg geheten) en de belasting van de wegen tussen ringweg en centrum. De bezwaren van de Wijkvereniging komen niet echt aan de orde, voornamelijk omdat b. en w. in het voorstel nauwelijks ingaan op de bezwaren. In veel gevallen werd een bezwaar afgedaan met de opmerking “dat zien we niet in”. Met 11 tegen en 26 vóór wordt het voorstel aangenomen en worden de bezwaren van de wijkvereniging ongegrond verklaard. Tegen zijn PvdA en PSP, uitgezonderd de PvdA-wethouders. Het vastgestelde plan wordt van 19.12.1979 t/m 18.1.1980 ter inzage gelegd, zodat de wijkvereniging genoodzaakt is twee weken kerstvakantie op te offeren.

1980
Op 17 januari dient de wijkvereniging een (34 blz. tellend) bezwaarschrift in bij Gedeputeerde Staten, ondertekend door 9 leden van bestuur en werkgroepen. De bezwaren zijn dezelfde als in het bezwaarschrift aan de gemeenteraad, maar met aanvullende argumenten met betrekking tot de ongegrondverklaring van eerdere argumenten door de gemeenteraad.
Daarnaast werden liefst 560 (gelijkluidende) bezwaarschriften van bewoners ingediend.
Op verzoek van de Wijkvereniging zijn Gedeputeerde Staten bereid de hoorzitting in Eindhoven te houden. Deze vindt plaats op 24 september. 80 Wijkbewoners gaan in een vrolijke optocht naar het gebouw van de technische diensten aan het F. van Eedenplein. Ter gelegenheid daarvan wordt zelfs een lied gecomponeerd.

1981
Op 6 januari doen Gedeputeerde Staten uitspraak. In het besluit (vervat in liefst 45 bladzijden) laten ze niets heel van de argumenten van de gemeente. De wijkvereniging krijgt op alle belangrijke punten gelijk. De gemeente had Gedeputeerde Staten niet kunnen overtuigen van de noodzaak van een door-gaande weg door het Vonderkwartier. Met westtangent (Vonderweg-Maurits straat-Edenstraat) en Cederlaan-Kastanjelaan waren er wel voldoende hoofdverkeerswegen en zelfs twijfelden G.S. aan de noodzaak van een Verlengde Beemdstraat. Daarentegen werden de argumenten van de wijkvereniging onderschreven (in korte lijnen: opheffing van de spoorlijn opent mogelijkheden om de twee delen van het Vonderkwartier (oost en west) stedenbouwkundig te verbinden.

De gemeente heeft nog even overwogen om in beroep te gaan bij de Kroon. Op 11 mei wordt echter een voorstel aan de raad gericht om maar niet in beroep te gaan tegen de beslissing van G.S. Maar de gemeente probeert er toch nog een “slaatje uit te slaan”. Dan moest wel besloten worden tot aanleg van de verlengde Beemdstraat tot aan de Willemstraat (dus volledig kruispunt met de rondweg) en tot het aanwijzen als buurtverzamelweg van de route A. van Engelandstraat-W. de Rijkelaan. Tegen dit laatste kan weinig ingebracht worden, want dit lag al besloten in de plannen vanaf 1920. Als randvoorwaarde voor een nieuw bestemmingsplan voor het gebied Hagenkampweg-Lodewijk Napoleonplein-Lodewijk Napoleonlaan randvoorwaarde zal zijn dat door middel van een duidelijke profilering sluipverkeer wordt geweerd en dit gebied een verblijfsfunctie krijgt”.

De gemeenteraad gaat accoord met 36 tegen 2 (PSP en 1 x CDA). Eén CDA’er is afwezig. Een bezwaar van de wijkvereniging tegen zowel Anna van Engelandstraat als Hagenkampweg mocht niet meer baten.

Reeds op 10 februari neemt de Wijkvereniging het initiatief van de gemeente over. In een brief aan b. en w. wordt gevraagd het overleg over een nieuw plan XIII Hagenkamp. (De wet schrijft voor dat een afgekeurd plan binnen één jaar door een nieuw plan moet worden vervangen). De wijkvereniging had daarvoor reeds inhoudelijke en procedurele uitgangspunten opgesteld. Ook wordt geëist dat er voorlopige voorzieningen worden getroffen voor onveilige situaties.

Omdat de gemeente zich nog moest beraden over eventueel in beroep gaan tegen het besluit van Gedeputeerde Staten, had de wijkvereniging een half jaar de tijd om zelfs een compleet plan te ontwikkelen, waarin de stedenbouwkundige invulling, de verkeerscirculatie en het parkeren werden vastgelegd. In juni 1981 wordt dit plan aan de buurt voorgelegd. Elke straat werd bezocht met een als tentoonstelling ingerichte bakfiets. Dat was een bijzonder effectieve methode om alle bewoners te bereiken (ook de bewoners die doorgaans niet naar buurtvergaderingen komen) en om aan allerlei details aandacht te schenken.

1982

Op 13 mei wordt aan een buurtvergadering een plan voorgelegd, ontwikkeld door de werkgroep ruimtelijke ordening en verkeer van de wijkvereniging. (C1982). Met dit plan zou de wijkvereniging het komende overleg met de gemeente ingaan. Enkele kenmerkende onderdelen van het plan: A: Afrondende bebouwing Willemstraat-Vonderweg en Alb. van Nassaustraat met een overbouwing van de Lod. Napoleonlaan. B: Lod. Napoleonlaan met verkeer in twee richtingen, C: Weg aan de westzijde van het Lod. Napoleonplein met verkeer alleen in noordelijke richting, D: Hagenkampweg (tussen plein en F. van Pruisenweg met allen verkeer in zuidelijke richting), E: Hagenkampweg tussen F. van Pruisenweg en Mecklenburgstraat met verkeer in twee richtingen, F: Uitstulpende bebouwing in het verlengde van de A. Paulownastraat en langs de Mecklenburgstraat. G: Lod. Napoleonplein (groen), H: Plantsoen Julianastraat/Hagenkampweg. I: Fietsverbinding plein – Vonderweg, J: Fietsverbinding F. van Pruisenweg – W. de Zwijgerstraat. K: Marktplaats
A en F hadden de bedoeling om te voorkomen dat de gemeente ooit nog een doorgaande weg zou kunnen aanleggen. Voor de gehele buurt werd de verkeerscirculatie aangegeven, hetgeen op C1982 niet kan worden aangegeven. Verder gaat het plan uit van handhaving van de bebouwing Lodewijk Napoleonlaan (oneven) en Julianastraat (even + nr. 19), die in eerdere plannen waren “wegbestemd”.

Op 17 mei gaat de “Werkgroep XIII Hagenkamp” van start, nadat op 23 maart afspraken waren gemaakt over procedures, financiën, tijdsplanning e.d. (bijna 15 maanden nadat GS het vorige plan hadden afgekeurd). De werkgroep bestaat uit alle leden van de werkgroep ruimtelijke ordening van de wijkvereniging en ambtenaren van de afdelingen stedenbouw, volkshuisvesting en verkeer van de dienst stadsontwikkeling. De wijkvereniging gaat het overleg in met het buurtplan van 1982 (C1982).
De gemeente heeft andere plannen. Ze vindt het verkeersplan van de wijk niet uitvoerbaar: te veel maatregelen, die toch niet te handhaven zouden zijn; te veel omrijden, waardoor per saldo de verkeersbewegingen van buurtverkeer eerder zouden toenemen dan afnemen.

In de loop van 1982 en 1983 worden de uitgangspunten van de wijkvereniging gaandeweg het overleg bijgesteld.

Op bijgaande tekening (1983) is getracht deze uitgangspunten “in kaart te brengen”, waarbij uitgangspunten, die betrekking hebben op het omringende gebied buiten beschouwing gelaten zijn. Hetzelfde geldt voor uitgangspunten die betrekking hebben op de terreinen Vogelzang en Beukers. De gemeente wenste onder geen enkele voorwaarde deze gebieden in de planvorming te betrekken. Het mocht alleen gaan over het gebied vervat in het voormalige (afgekeurde) bestemmingsplan XIII Hagenkamp. De omringende gebieden kregen het predicaat “studiegebied”.

De werkgroep XIII Hagenkamp besteedde het gehele jaar 1982 aan de verkeersproblematiek. Bestaande verkeersmaatregelen werden geïnventariseerd, alsmede de autoverkeers-intensiteiten en -prognoses en de parkeersituatie.

Voor de verkeerscirculatie werden twee principes uitgewerkt. Een waarbij doorgaand verkeer geweerd zou worden door veel fysieke maatregelen, zoals asverspringen en drempels (“herprofilering”). Een ander waarbij dit doel bereikt werd door afsluitingen en eenrichtingsverkeer (“structureel”).

Nadat meer bekend zou zijn over de bouwkundige invulling zouden hierin keuzen gemaakt worden.

1983 januari
In de werkgroepvergadering van 24 januari worden voor het eerst stedenbouwkundige schetsen getoond, vervaardigd door de gemeente.

Vanaf het begin was er overeenstemming over handhaving van het plantsoen en over dichten van het “gat” aan de Mecklenburgstraat met bebouwing.

De discussie gaat vervolgens nog slechts over de bebouwing aan het plein, aan de Vonderweg en aan de kop van de F. van Pruisenweg/verlengde W. de Zwijgerstraat.

De eerste schetsen van de gemeente geven slechts mogelijke bebouwingsgrenzen aan.

Bij C1983C zou een redelijk plein overblijven, ter grootte van ongeveer het Wilhelminaplein. Hoewel in het buurtplan (C1982) voorzien was in een groen plein, wordt dit uitgangspunt verlaten. De wijkvereniging ziet in dat bebouwing aan het plein meer kwaliteit aan het plein zou geven, de achterzijde van de Julianastraaterven zou afschermen en de gemeente een hogere exploitatie-opbrengst zou opleveren, hetgeen de economische haalbaarheid zou vergroten. De bebouwing zoals op C1983A en C1983B wordt geopperd wijst de wijkvereniging faliekant af. Daarin was geen sprake meer van een behoorlijk plein.

C1983A voorziet in een uitstulpende bebouwing richting F. van Pruisenweg. Dit slaat bij de wijkvereniging wel aan. Echter: vanuit de W. de Zwijgerstraat is geen zichtlijn meer naar west en dat was een van de uitgangspunten.

Geen van de schetsen besteedt aandacht aan het “gat” naar de Vonderweg. Er zou daar een raar plekje ontstaan. Dus verzoekt de wijkvereniging de gemeente om daar iets voor te verzinnen.

1983 maart
Op 28 maart bespreekt de werkgroep vier nieuwe schetsen.
Hierop is de geplande bebouwing wat concreter weergegeven in bouwblokken. 

In alle varianten is het plein volgebouwd. Dit stuit op felle weerstand van de wijkvereniging. Ook de oplossing aan de Vonderweg vindt men niet geslaagd. Ten aanzien van de bebouwing aan de verlengde W. de Zwijgerstraat vindt de wijkvereniging alleen 1983E aanvaardbaar, zij het dat de bebouwing nog iets naar achteren zou moeten. De gemeente is echter bang dat er dan geen plaats zou zijn voor achtertuinen, waarop de wijkvereniging suggereert om daar dan iets anders te bouwen dan eengezinswoningen met tuin.

Zie C1983D t/m 1983F.

1983 mei
Begin mei 1983 ontvangt de wijkvereniging twee nieuwe schetsen.

Voor wat betreft de bebouwing aan het plein zijn deze vrijwel identiek. Daarom hebben we er hiernaast maar één weergegeven. De verschillen tussen te schetsen zaten hem in de tevens ingetekende verkeersoplossingen, waaraan we hier voorbijgaan. De gemeente blijkt eindelijk akkoord met het niet bebouwen van het plein. Het plan lijkt al heel veel op wat later gerealiseerd is (volgens het plan C1985B).

De bebouwing aan de verlengde W. de Zwijgerstraat is in de ogen van de wijkvereniging niet acceptabel. Vanuit de W. de Zwijgerstraat kijkt men op een kopgevel, terwijl het juist de bedoeling was van oost naar west te kunnen kijken.

Er is nog steeds geen aanvaardbare oplossing voor het “gat” aan de Vonderweg. Op de tekening verschijnt wel een soort bebouwingspuist (kantoren), maar daar kon men zich niet veel bij voorstellen. (C1983H)

Om de ideevorming wat verder te brengen gaat de buurt zelf aan het schetsen. Met name Frank Beek, architect, lid van de werkgroep en de latere ontwerper van het plein, produceert in mei 1983 een aantal schetsen waarin oplossingen voor het gat Vonderweg worden aangegeven. (C1983I en J)

C1983 K, L en M horen ook in de reeks die in mei 1983 wordt vervaardigd.

Het probleem waar het bij het “gat” Vonderweg om ging waren de situering van Lod. Napoleonplein 2 (toen nog sigarenhandel van Kuyk). De ingang van dit pand was van het plein afgericht. Ook een probleem vormde de bebouwing van de Julianastraat (even nummers), met name nr. 14 waar een knik in de bebouwing is, gericht naar de andere zijde van de Julianastraat. Tenslotte was er het probleem dat een bebouwing daar zowel gericht moest zijn naar de Vonderweg als naar het plein. De wijkvereniging vond het niet juist om het plein te omringen met achtererven of achterkanten van woningen.

1983 juni
Op 2 juni worden de schetsen van de gemeente en van de wijkvereniging besproken. De gemeente toont weinig bereidheid de ideeën van de wijkvereniging serieus te nemen.

In juni 1983 onderneemt de werkgroep nog een poging om de ideeën verder uit te werken. Dit resulteert in de schets C1983M. Deze geeft een oplossing, waarbij de bebouwing aansluit op Julianastraat 14/16 (of eventueel 18 als besloten zou worden om 14/16 te verwerven en te slopen), de bebouwing zowel gericht is naar de Vonderweg en via de boog naar Lod. Napoleonplein 2 om harmonieus over te gaan in de pleinwand-bebouwing. Tegenover de markante bebouwing van Lod. Napoleonplein 9/10 en 18/19 zou dan aan de overzijde ook een markante bebouwing kunnen komen. Om dit te accentueren zou de pleinbebouwing dan moeten eindigen om even verderop opnieuw te beginnen als invulling van de hoek Hagenkampweg/Verlengde W. de Zwijgerstraat. Een ander argument om de bebouwing beperkt te houden is de extra parkeerdruk die door nieuwbouw zou worden veroorzaakt. Parkeren op eigen terrein zou in deze situatie bijna niet te realiseren zijn en dan worden afgewenteld op het plein, waaromtrent de wijkvereniging heel andere ideeën had.

Van dit plan is een maquette gemaakt. Schetsen en foto’s van de maquette (en de maquette zelf) werden als plan van de wijkvereniging aangeboden aan de gemeente.

Omdat op een aantal punten verschillen van mening bleven bestaan werd afgesproken dat twee voorstellen aan de buurt en aan de gemeenteraad zouden worden aangeboden. De gemeente zou de ideeën van de wijkvereniging in een tekening en toelichting “vertalen”.

1984
In maart 1984 presenteert de gemeente (in de tiende en laatste vergadering van de werkgroep) een eerste concept- voorstel tot het vaststellen van uitgangspunten (hierna te noemen VVU) voor een nieuw bestemmingsplan voor het tracé Lod. Napoleonlaan, Lod. Napoleonplein, Hagenkampweg. In het voorstel zijn de standpunten met betrekking tot de verkeersstructuur, de bebouwing en de inrichting van het plangebied XIII Hagenkamp verwoord. In twee tekeningen worden de opvattingen van ambtenaren en wijkvereniging weergegeven. De wijkvereniging is van mening dat haar opvattingen niet goed zijn weergegeven en reageert met 37 kritiekpunten.

Een belangrijk kritiekpunt is dat de gemeente onvoldoende rekening houdt met toekomstige parkeerproblemen. Al eerder was aangedrongen op het opstellen van een parkeerbalans, rekening houdend met de toekomstige bebouwing. De parkeerbalans die de gemeente opstelde kan geen genade vinden in de ogen van de wijkvereniging, die daarop besluit om zelf een parkeerbalans op te stellen. Er zijn in de loop der jaren een tiental versies van zo’n balans verschenen. Pas in november 1990 wordt overeenstemming bereikt, zij het met behulp van het in dat jaar weer uit de ijskast gehaalde idee van “belanghebbenden-parkeren”, dat in 1984 als proef in de Bergen werd ingevoerd en waaromtrent de gemeenteraad in 1987 besloot om in principe dit instrument beschikbaar te stellen.

Een parkeerbalans is een per straat en complex woningen gedetailleerde staat van de behoefte aan parkeerplaatsen (volgens gemeentelijke parkeernormen) en de capaciteit aan parkeerplaatsen.

Een ander belangrijk kritiekpunt is dat het VVU weliswaar koos voor het onmogelijk maken van doorgaand verkeer over het Hagenkamp-tracé, maar dat de uitvoering van maatregelen wordt gekoppeld aan de aanleg van de verlengde Beemdstraat, waarvan de Jozef Eliasweg inmiddels is aangelegd.

1985

Nadat in maart 1984 het VVU in concept gereed was, duurde het tot maart 1985 voordat het aan de gemeenteraad kon worden voorgelegd in een tiende versie van het voorstel. Oorzaak was dat de wijk-vereniging o.a. niet eens was met de passages die betrekking hadden op het parkeren.
De twee plannen die aan de gemeenteraad worden voorgelegd (C1985A en C1985B) vertonen enkele essentiële verschilpunten.

A: De ambtenaren dachten de parkeerproblematiek op te lossen door op het plein ca. 25 parkeerplaatsen aan te leggen. De wijkvereniging wilde deze aanleggen op de middenberm van de (brede) Lod. Napoleonlaan.

B: Mede vanwege de parkeerbelasting wenste de wijkvereniging minder bebouwing op het plein dan de ambtenaren.

C: De oplossing voor bebouwing aan het “gat Vonderweg” is in beide voorstellen ongeveer hetzelfde. Dit wil niet zeggen dat de wijkvereniging dit een goede oplossing vond. Het was meer het zich neerleggen bij het feit dat de gemeente geen goede oplossing kon verzinnen. Dat was ook de reden dat de gemeente deze lokatie opnam in de Prijsvraag “Geef nieuwe woonvormen de ruimte”, die in augustus 1986 werd uitgeschreven. Overigens zonder enig overleg met de wijkvereniging, die ervan afzag om ook hier weer tegen te protesteren, met in het achterhoofd de gedachte dat dit wellicht tot een goede oplossing zou kunnen leiden. In mei 1987 werd het ontwerp van architect M. Schutgens tot winnend ontwerp uitgeroepen. Zijn ontwerp was inderdaad schitterend. Het sloot goed aan bij de bestaande bebouwing van de Julianastraat en was een goede oplossing voor het “gat”. In 1988 werd het ontwerp voor deze bouwlocatie opgenomen in het bestemmingsplan Vonderkwartier. Vanaf november 1989 vond er overleg plaats tussen de werkgroep Nieuwbouw van de wijkvereniging, de architecten en de woningbouwvereniging St. Trudo over de concretisering van de bouwplannen. Toen bleek dat de plannen te duur waren. De architecten moesten en aantal consessies doen. In plaats van 5 afzonderlijke bouwblokken moest er èèn aaneengesloten bouwblok komen, hetgeen het prijswinnend ontwerp nogal geweld aandeed. Toen later bleek, dat de dubbele oriëntatie (zowel op Vonderweg als op het plein), de doelstelling (groepswonen voor ouderen) en de parkeercapaciteit niet goed realiseerbaar waren, trok de wijkvereniging zich terug uit het overleg. Later werden zelfs bezwaarschriften ingediend tegen besluiten tot het rooien van bomen en het verlenen van een bouwvergunning (i.v.m. parkeren). Op 1 juli 1992 werd het complex met groot vertoon in gebruik genomen.

D: Volgens C1985 A en B zou er overeenstemming bestaan tussen wijkvereniging en gemeente over bebouwing van de hoek Hagenkampweg/ F.van Pruisenweg/ (verlengde) W. de Zwijgerstraat. Dit is niet het geval. De wijkvereniging vond dat de bebouwingsgrens van de verlengde W. de Zwijgerstraat beslist niet zover mocht uitsteken als op de tekeningen is aangegeven. Ook vond ze dat de “uitstulping” in de F. van Pruisenweg minder volumineus moest zijn. De gemeente beweerde echter dat er in Eindhoven grote behoefte was aan traditionele eengezinswoningen nabij het centrum en de wijkvereniging kon niet aan argumenten komen die dit standpunt konden bestrijden

E: De bebouwing aan de Mecklenburgstraat: De wijkvereniging wilde woningen met uitzicht op het plantsoen. De gemeente wilde liever kantoren. In het voorstel dat uiteindelijk aan de raad werd aangeboden was alleen sprake van woningen.

1985-1993.
Wie in 1985 dacht dat het leed van het Vonderkwartier nu snel geleden zou zijn kwam bedrogen uit. Het duurde nog liefst acht jaren voordat het laatste onderdeel, het plein, kon worden opgeleverd.

Doorgaand verkeer
Pas in oktober 1985 had de gemeente de bezwaren tegen de plannen bestudeerd en verwerkt. Inmiddels was ook duidelijk dat de wijkvereniging zich niet zomaar zou neerleggen bij de koppeling met de verlengde Beemdstraat. Dat was in het voorstel ook niet grondig onderbouwd. In de tekst van oktober 1985 beweerde de gemeente dat onderzoek gedaan was naar de gevolgen van afsluiting van de Hagenkampweg voor doorgaand verkeer. Uit dit onderzoek zou blijken dat op de omringende hoofdwegen (Mauritsstraat, Mecklenburgstraat, A. van Engelandstraat, W. de Rijkelaan, Willemstraat en de inmiddels aangelegde Joz. Eliasweg gigantische opstoppingen zouden optreden.
De wijkvereniging verzocht om inzage van het “onderzoek”. Dat bleek niet meer te zijn dan wat velletjes met cijfers. De wijkvereniging ontdekte voorts een groot aantal fouten in de aannames en gegevens. Een en ander werd ter kennis gebracht van de gemeenteraad.
In december stuurden 400 bewoners een brief naar de gemeente waarin gepleit werd voor snelle afsluiting van de Hagenkampweg.

Proefafsluiting
Op 9 januari 1986 bespreekt de raadscommissie voor verkeer het VVU. De inhoud van het plan komt niet aan de orde (jammer van vier jaar overleg). Centraal stond de koppeling met de verlengde Beemdstraat. De commissie verzint een compromis: laten we de weg een half jaar afsluiten en dan kijken of er inderdaad verkeers-congesties optreden.
De wijkvereniging is hiermee allerminst gelukkig en organiseert een actie-dag (17 februari 1986) waarop het doorgaande verkeer wordt tegen gehouden. Deze actie leidt tot heftige tegenreacties. Dat is aanleiding voor Omroep Brabant om een lokatie-uitzending te verzorgen (27 februari). Daar werd het belang van bedrijven in het Vonderkwartier nogal op de voorgrond gesteld. Die zouden schade leiden door afsluiting voor doorgaand verkeer.
De raadscommissie had zich niet gerealiseerd dat afsluiten een ingewikkelde operatie is (daar lagen geen plannen voor klaar) en dat er voor evalueren van een proef vooraf criteria moeten worden opgesteld. Daarom duurt het tot 7 april 1986 voordat het VVU in de raad wordt behandeld. Vlak voor die vergadering heeft de wethouder van ruimtelijke ordening (van Veelen) nog een evaluatie-criterium in de tekst laten opnemen, dat luidde: “oordeel van bewoners en bedrijven (….) over hun verbeterde leefsituatie tegenover de verminderde bereikbaarheid”, zonder dat de raadscommissie of de wijkvereniging hierop hadden kunnen reageren.
De raad behandelt eindelijk op 7 april 1986 het VVU. Ook in deze raadsvergadering wordt nauwelijks aandacht besteed aan de inhoud van het plan. Het voorstel “proefafsluiting” wordt aangenomen, maar ook de uitgangspunten.
Op 26 mei start de gemeente het overleg met de wijkvereniging over de uitvoering van de afsluiting. Dat gaat niet echt lekker. Toen de proef al bijna was afgelopen moesten nog borden geplaatst worden. Op 4 juli 1986 gaat de proef van start.
In oktober 1986 wordt tussen gemeente en wijkvereniging overlegd over de evaluatie van de proef. De wijkvereniging heeft nogal moeite met het op het laatste moment in het voorstel opgenomen evaluatie-criterium. Men vindt dat de gemeenteraad hiermee een paradoxaal besluit nam: enerzijds uitspreken dat doorgaand verkeer geweerd moet worden (want dat was de strekking van het VVU), anderzijds het aan het oordeel van bewoners en bedrijven onderwerpen van dit besluit.
Om het oordeel van de bewoners en bedrijven te vernemen zou het onderzoeksbureau van Dijk en Partners een enquête houden. Over die enquête mocht de wijkvereniging meepraten. De concept-vragenlijst werd op 15 december toegestuurd. Om een aantal redenen besluit de wijkvereniging af te zien van overleg over de enquête en zelf een enquête te houden: inmiddels was al lang gebleken dat de proef niet leidde tot verkeers-congesties. De evaluatiecriteria gaven de gemeente te veel kans om te manipuleren en tenslotte voelde de wijkvereniging er niets voor om de kerstvakantie op te offeren aan overleg, dat toentertijd niet tot de vrolijkste bezigheden behoorde.
Op 2 januari 1987 start de enquete van de wijkvereniging. Van 6 januari tot 20 januari wordt de enquête van van Dijk en Partners gehouden. De proefafsluiting wordt op 9 februari 1987 opgeheven, wegens vorst een maand later dan de bedoeling was. De toestand rond het plein wordt in de oude staat hersteld (dus weer met de eeuwige rood-witte schrikhekken). In juni 1987 publiceert de wijkvereniging het enquête-verslag. Van Dijk en Partners volgt in juli 1987. In augustus 1987 ontvangt de wijkvereniging een concept-raadsvoorstel “Definitieve vaststelling functie Hagenkampweg”. De proef had uitgemaakt dat afsluiting geen verkeersproblemen elders veroorzaakt. Prompt werd daarop de verlengde Beemdstraat van de prioriteitenlijst van grote verkeerswerken afgevoerd, terwijl die al vanaf 1930 (Plan de Casseres) in de planning zat.

Afsluiting plein

De enquête van van Dijk en Partners had uitgewezen dat een meerderheid van bewoners en bedrijven voorstander was van het niet afsluiten van het plein voor verkeer. De enquête van de wijkvereniging concludeerde tot een meerderheid vòòr afsluiting.

In oktober 1987 verzonnen b. en w. een compromis: “het tracé Hagenkampweg-Lodewijk Napoleonplein-Lodewijk Napoleonlaan niet voor doorgaand verkeer zal worden afgesloten noch zal worden ingericht als buurtverzamelweg, maar dat in plaats daarvan door een uitgebreid pakket van maatregelen zal worden getracht het doorgaand verkeer te bemoeilijken”, daarmee de oplossing weer doorschuivend naar degene die het “pakket van maatregelen” moest opstellen. De wijkvereniging heeft zich niet echt druk gemaakt over deze formulering. Reeds op 26.10.1987 kon de gemeenteraad het voorstel bespreken en aannemen.
Wel was duidelijk dat het opstellen van het “pakket” weer tot eindeloze meningsverschillen zou kunnen leiden en dus weer lang zou duren. De wijkvereniging vroeg dan ook om tijdelijke maatregelen om het doorgaand verkeer te weren, want inmiddels waren de schrikhekken alweer 12,5 jaar oud. Toen de gemeente niets ondernam werden op 19.2.1990 50 buurtbewoners opgetrommeld om in de kortste keren verkeersdrempels aan te leggen op de S. van Wurtemberglaan en Lod. Napoleonlaan, daarbij gebruik makend van de kasseien die al sinds 1928 het Lod. Napoleonplein plaveiden. Al op 23 februari daarop kwam de gemeente zelf “echte” drempels aanleggen.
Voor het ontwerpen van het “pakket van maatregelen” werd in januari 1990 de Grontmij ingehuurd. Er werden goede afspraken gemaakt over het overleg met de wijkvereniging. Al in maart kon de Grontmij een aantal modellen presenteren. In mei verscheen de nota “Ontwerpverkenning Hagenkamproute”. Ten aanzien van de verkeerscirculatie waren er weinig meningsverschillen tussen wijkvereniging en Grontmij. Alleen de parkeersituatie baarde zorgen. De nieuwbouw in het Vonderkwartier en onmiddellijke omgeving (o.a. moskee, Ravenshof, Vogelzangterrein, Ambassadeur) en het opheffen van het parkeerterrein gaf veel (toekomstige) parkeerdruk waarmee in de plannen te weinig rekening gehouden werd. Uiteindelijk besloot de gemeente dat het instrument van belanghebbendenparkeren daarvoor een oplossing moest geven.
In februari 1991 verscheen (op basis van het rapport van de Grontmij) het voorstel “Hoofdlijnen herinrichting Vonderkwartier”. Ten aanzien van de situering van de weg over het plein werd voorgesteld deze te leggen aan de kant van de oudbouw. De wijkvereniging had hier moeite mee, omdat dit niet paste in het ontwerp dat Frank Beek op verzoek van de werkgroep plein had gemaakt. Daarin zou het plein overgaan in de S. van Wurtemberglaan. Het duurde tot 21.7.1992 voordat b. en w. besloten om de weg toch aan de nieuwbouwzijde te leggen.

Realisering plannen
Vanaf december 1990 zijn alle straten heringericht. Daartoe zijn talrijke vergaderingen met omwonenden belegd. Een en ander verliep in redelijke harmonie.

Nadat op 7.4.1986 de gemeenteraad de uitgangspunten voor het Vonderkwartier had vastgesteld kon begonnen worden met de uitwerking van verschillende bouwplannen. De perikelen rond de verkeersstructuur hadden hierop geen directe invloed.
De wijkvereniging had in 1985 al een werkgroep nieuwbouw ingesteld. Deze werkgroep heeft uitgebreid overleg gevoerd ten aanzien van alle bouwplannen. Dat ging lang niet zonder problemen.

Voor de nieuwbouw aan het plein zou de woningbouwvereniging St. Trudo plannen ontwikkelen. De wijkvereniging was met de gemeente overeengekomen dat dat zou gebeuren in werkgroepverband, waarin de wijkvereniging zou participeren. De gemeente was alleen vergeten om deze overeenkomst ter kennis te brengen van St. Trudo. Die had inmiddels het architectenbureau van het Philips woning- en Grondbedrijf ingeschakeld. Van de eerste schetsen die dit bureau liet zien sloeg de werkgroep stijl achterover. Gewone rijtjeshuizen, zoals die in Woensel duizenden staan. Niets kwaads daarover, maar er was afgesproken dat aan het plein iets gebouwd zou worden, dat de allure van de overkant zou weerspiegelen. Na bemiddeling van de gemeente werd het architectenbureau bedankt en nam St. Trudo zelf de planontwikkeling ter hand. Men kan nu over het resultaat van mening verschillen. De pleinbebouwing is geen kopie geworden van de overzijde. Enkele kenmerkende elementen zijn toch het resultaat van de inbreng van de wijkvereniging, zoals daar zijn de 2,5 bouwlaag, de bakgoten, de situering van de voorgevels (direct aan het plein en geen voortuintjes, carports of parkeervakken), de glazen puntgevel-pui van het flatblok. Mèèr was er niet van te maken. Met name de financieringsregelingen van de overheid stonden en staan voor de sociale sector de bouw van woningen zoals in de rest van het Vonderkwartier in de weg.

Ook het ontwerpen van de bebouwing van het complex aan het eind van de F. van Pruisenweg en de flat aan de zuidkant van het plantsoen heeft de wijkvereniging intensieve bemoeienis gehad. De architectuur is eigentijds. De wijkvereniging heeft ook nooit gestreefd naar kopiëren van de bestaande bouw. 

Wat voor de wijkvereniging belangrijk was is gerealiseerd: een plantsoen dat aan vier zijden omgeven is door (voorkanten) van woningen, het parkeren aan de buitenzijde van de buurt (behalve bij de verlengde W. de Zwijgerstraat, maar dat kon niet anders), situering van de bebouwing die het spoorbaantracé definitief doet vergeten, oost en west met elkaar verbinden.

Plantsoen
De verbinding die tot stand gebracht is tussen oost en west is het beste te ervaren in het plantsoen en zeker door oudere bewoners die de barrière van de spoorbaan hebben meegemaakt. Het plantsoen bestaat al vanaf de bouw van het Vonderkwartier, zij het dat het na opheffing van de spoorbaan groter werd. Het is nooit ter discussie geweest om hier een andere bestemming te realiseren.
De werkgroep plantsoen van de wijkvereniging, die in 1985 is ingesteld en van 1989 tot 1991 met de gemeenteoverleg pleegde, heeft zeker een bijzonder resultaat behaald. Het was het kortst durende overleg in de geschiedenis van de wijkvereniging, het is zonder meer een van de mooiste buurtplantsoenen in Eindhoven en de kinderen (en zelfs al kleinkinderen) van degenen die in 1974 met de “actie” startten zijn er gelukkig mee.

 

 

 

 

Herinrichting en opening plein
Voor het ontwerp van het plein zoals dat er nu bij ligt werd eind 1989 een werkgroep gevormd. Eerder had Frank Beek (architect van beroep) als lid van de Werkgroep XIII Hagenkamp al schetsen gemaakt voor een nieuw plein. De gemeente zou dit verder uitwerken, nadat de buurt in een buurtvergadering van 17 september 1991 ermee had ingestemd. Het lukte de gemeente niet om er iets van te maken. Onder druk van de wijkvereniging werd Frank Beek belast met de supervisie op een uitwerkingsplan. In november 1991 presenteerde Frank Beek een ontwerpvisie/beeldkwaliteitsplan. De vorm van een ellips vormde toen al de basis van het ontwerp.

De gemeente had geen financiële middelen om het plein in te richten vóór 1993. Daarom werd onder druk van omwonenden een tijdelijke eenvoudige herinrichting verwezenlijkt, zodat de gribus-situatie achter de rug was.

In juli 1992 was het herinrichtingsplan klaar. De werkzaamheden werden begroot op f 634550,- een fors bedrag, maar de Wijkvereniging vond dat de buurt daar wel recht op had.
In mei 1992 was het nog even schrikken. De gemeente kwam met het bericht dat de grond onder het plein zwaar vervuild was door benzeen. Volgens de regels zou eerst gesaneerd moeten worden, dat kon misschien wel het jaar 2005 worden. Al snel zag de gemeente in dat ze dit niet kon maken. Er is een noodoplossing gevonden: de vervuilde grond is afgegraven en er is ondergronds een spoelsysteem aangelegd, dat zijn werk kan doen op het moment dat er geld is voor sanering.
In januari 1993 kon eindelijk begonnen worden aan uitvoering van de herinrichting van het plein. Precies 20 jaar nadat de bewoners in verzet kwamen tegen de aanleg van de vierbaansweg.

In december 1992 werd een oproep geplaatst om toe te treden tot een werkgroep die de feestelijke opening van het plein zou moeten voorbereiden en uitvoeren. 8 Personen gaven zich op. Het werd een grandioos feest. Wethouder Nico van der Spek was gevraagd de officiële openingshandeling te verrichten. Hij speelde een belangrijke rol toen in de periode 1985-1993 nogal wat vlot getrokken moest worden bij ambtelijke diensten. De werkgroep is daarna voortgegaan als werkgroep pleinactiviteiten en bestaat nog, zij het uiteraard anders van samenstelling.

Nawoord

20 jaren hebben talrijke buurtbewoners zich ingezet om de teloorgang van de buurt Vonderkwartier af te wenden.
25 jaren zijn verstreken sinds in 1993 het Lodewijk Napoleonplein feestelijk is geopend, de buurt is gerenoveerd en een nieuwe generatie bewoners is ingetreden.
Laten we even stilstaan bij wat dat gekost heeft aan inzet van de bewoners zelf.
Naast het verhaal van de doorgaande weg die niet doorging gaat het dan om de grootscheepse particuliere woningverbetering in de jaren 90, de buurtpreventie, de activiteiten en tegenwoordig de energiebesparende activiteiten, de zorg voor de woonomgeving, de moderne communicatiemogelijkheden als website, vondermail en straatapps.
De geschiedenis toont de ontwikkeling in politieke verhoudingen en toenemende buitenparlementaire activiteit van bewoners. In 1973 bestond in Eindhoven nog een meerderheid van oude conservatieve partijen met name KVP.
Ook bestond nog een regentenmentaliteit, waarin het gemeentebestuur niet gewend was om actief te zoeken naar instemming met plannen door de bevolking.
Opmerkelijk is ook de constante raadpleging van buurtbewoners via pamfletten en buurtkranten en op buurtvergaderingen. Ook toen de wijkvereniging was opgericht is steeds de hele buurt uitgenodigd (niet alleen de leden) op deze vergaderingen. (29x tussen 1975 en 1993). Eveneens opmerkelijk is de grote opkomst op deze vergaderingen en de massale steun voor de activiteiten van de werkgroepen. Op een buurt met circa 1000 woningen is een opkomst van boven de 100 op vergaderingen en acties met méér dan 500 handtekeningen aan de zeer hoge kant. Uit de gerechtelijke uitspraken is niet goed op te maken dat een belangrijke rechtsvraag een rol speelde, namelijk heeft de gemeente als rechtspersoon (civielrechtelijk) dezelfde bevoegdheden en rechten als de gemeente als bestuurlijk orgaan (bestuursrechtelijk).
De gemeente had als opvatting dat het verlenen van een krediet voor wegaanleg niet alleen een civielrechtelijke handeling is maar impliciet ook een bestuursrechtelijke handeling.
De Hoge Raad deed hierin een uitspraak. Het arrest Aussems c.s. vs Gemeente Eindhoven werd en wordt in de juridische literatuur nog vaak aangehaald.
De hele geschiedenis van de doorgaande weg heeft enorm veel publiciteit te weeg gebracht. De acties van de bewoners, de uitspraken van rechters en de politieke stellingnames hierin zijn verwoord in talrijke artikelen in (op de eerste plaats) de pamfletten en buurtkranten van de wijkvereniging en haar voorlopers en voorts in artikelen in tijdschriften en dagbladen uit heel Nederland.
Een opsomming: 98 pamfletten en buurtkranten, 112 artikelen in Eindhovens Dagblad en voorts artikelen in Groot Eindhoven (6), Stadskrant (4) Klein Eindhoven (1), Eindhoven Dichterbij (2) Barst (4) Attak (2) Proletarisch Links, Tribune, NRC Handelsblad (2), Trouw, Volkskrant (5).
Het digitale archief van de Wijkvereniging onderdeel Doorgaande weg bevat 3,66 Gb aan informatie in 1232 bestanden. De bestanden op A3 en A4 formaat zijn nog slechts digitaal beschikbaar. De bestanden op groter formaat zijn nog onder mijn beheer in afwachting van digitalisering.
Het aantal vergaderingen en bijeenkomsten van werkgroepen, bestuur en buurtvergaderingen is niet te tellen.
Hoe vluchtig is beleid.
Nog in 1976 vond de gemeente het nodig om een vierbaansweg aan te leggen om personeel van met name Philips te vervoeren. Reeds in 1987 bij de aanstelling van Jan Timmer als CEO werd duidelijk dat zowat alle maakindustrie in Eindhoven zou worden opgedoekt en dus ook zowat het gehele personeelsbestand van Strijp.
De Verlengde Beemdstraat is nooit aangelegd. In tegendeel. Tijdens het maken van plannen voor het Genderpark (2003) bleek ineens de Karel Martelweg de verkeersfunctie te kunnen missen. Dat hoefde niet eens afgedwongen te worden
De bewoners(organisaties) hebben aan proceskosten f 23089,22 betaald en van de gemeente f 14770,60 terugontvangen. De bewoners hebben dus f 8318,62 opgebracht. Daarvoor was al
f 12000 ingezameld.